Klas 3 gymn Freitag, den 11. Februar 2022

Freitag, den 11. Februar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Aussprache Konsonanten -> Wiederholung Klasse 2
  • Hörspiel
  • Schreibecke
  • Total verknallt!
  • Hausaufgaben -> Werkboek E meenemen!!
  • Zum Schluss
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Freitag, den 11. Februar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Aussprache Konsonanten -> Wiederholung Klasse 2
  • Hörspiel
  • Schreibecke
  • Total verknallt!
  • Hausaufgaben -> Werkboek E meenemen!!
  • Zum Schluss

Slide 1 - Diapositive

GP Lezen vrijdag 11 februari a.s.
  • eigen woordenboek Duits->Nederlands meenemen.
  • of een lenen -> `borg/inleg` lokaal 006 (tussen 07.45-08.00 uur)

Slide 2 - Diapositive

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 8.2B Seite118
Aufgabe 15.1 Seite 131 + bron 15 TB Seite 44
Lezen tot en met Seite 89

Slide 3 - Diapositive

Ziele Unterichtsstunde
  • Je weet hoe je medeklinkers in het Duits uitspreekt.
  • Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.

Slide 4 - Diapositive

Aussprache   Seite 124
Aufgabe 11.2                 -> Wiederholung Aussprache Klasse 2
Aussprache: s  ss  ß  z  sch  sp  st  

             ss               ß               z              sch             sp              st  
s of z       ss              ss             ts             sj                 langer uitspreken s
na s klinker ->uitspraak z

Slide 5 - Diapositive

Hörspiel:
Aufgaben 6.3 + 8.3 Seiten 115 + 119

Gezamenlijk lezen van de inleiding.

Slide 6 - Diapositive

Schreibecke   Seite 60  TB
Bespreken bron 16 Schreibecke


Slide 7 - Diapositive

Total verknallt!

Wie kan in het kort samenvatten waarover het verhaal gaat?

Slide 8 - Diapositive

Hausaufgaben:
Lernen:      Wörterliste A+B  Seiten 50-51  Textbuch
Lernen:      Grammatik vervoegen verleden tijd  zwakke ww, modale ww en het wederkerend
                       vnw. (1t/m3)   eiten 48-49 Textbuch (+ stencils) + vervoegen o.t.t.
Lernen:       Schreibecke TB Seite 44

Machen:
  • Online (via Magister) Kapitel 12: Lernecke => Alibi
  • Online (via Magister) Kapitel 12:Lernecke => oefentoets
  • Aufgabe 17.5 Seite 137-138-> zet de onderstreepte woorden in de verleden tijd + vertaal de woorden die tussen haakjes staan en zet deze in de juiste vorm

=> meenemen werkboek E

Slide 9 - Diapositive

Zum Schluss
-> Grammatik üben LessonUp -> maandag 14 februari a.s.

Slide 10 - Diapositive

Leesboekje
Leesboektoets voor de voorjaarsvakantie:
  • Multiple choice vragen.
  • Open vragen.
  • Eventueel aanvulling met andere onderdelen.

Slide 11 - Diapositive

Grammatik: Wederkerend vnw.
Wederkerendvnw aandachtspunten:

  • alleen wederkerend vnw in de zin -> 4e naamval
  • naast wederkerend vnw ook lijdend vnw in de zin -> wederkerend vnw 3e naamval
  • Lichaamsdelen in zin -> wederkerend vnw 3e naamval -> in Nederlands gebruiken we het bezittelijk vnw ipv wederkerend vnw.

Slide 12 - Diapositive

Betekenis Modalverben:

dürfen = mogen, toestemming hebben

können = kunnen, in staat zijn tot

mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

sollen = moeten/bevel, wil van een ander

wollen = willen

wissen = weten

möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 13 - Diapositive

Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').

Slide 14 - Diapositive

Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen -> geen klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man

wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man -> ss wordt β

Slide 15 - Diapositive

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   (er/sie/es/man antwortet)

Slide 16 - Diapositive