Les 1 Hoe ontstond de industrie? (Cursus 4.2)

Les 1: Hoe ontstond de industrie?
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 1: Hoe ontstond de industrie?

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
1. Even opfrissen: Industrie
2. Uitleg
3. Aan de slag!
4. Afsluiting
Doel:
Het ontstaan van de Industrie in de 19e eeuw

Slide 2 - Diapositive

Verslag uitvindingen
Afspraken:
  • Rustig werken
  • Drie waarschuwingen anders werk je zelfstandig

Vrijdag 24 december inleveren via Teams (online)

Slide 3 - Diapositive

Welke jaren horen bij de '19e eeuw'?
A
1900-2000
B
1800-1900
C
1700-1800
D
1900-1950

Slide 4 - Quiz

Waar moet je aan
denken bij industrie?

Slide 5 - Carte mentale

De tijd vóór de Industriële Revolutie
Vanaf 1750 zijn er verbeteringen op de landbouw en neemt de bevolking toe in Engeland.

Katoen
: Materiaal (grondstof) wat wordt gebruikt voor het maken van kleding.

Koopmannen kopen het katoen op.

Boeren en ambachtslieden maken van dat materiaal textiel.
Een katoenplantage in de Amerika
Slaven
Katoenplant

Slide 6 - Diapositive

De tijd vóór de Industriële Revolutie
Huisnijverheid: In je eigen huis producten maken zoals textiel.

Textiel: Stukken/lappen stof waar uiteindelijk kleding van wordt gemaakt.

Veel kleine bedrijfjes die het hele 
jaar door werken
Een spinnenwiel
Textiel
Een familie die katoen spint
Eind 18e eeuw
Heel de familie werkte mee.

Slide 7 - Diapositive

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De iPhone
B
De Playstation 1
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 8 - Quiz

De stoommachine
Energiebron: Spierkracht, dieren of de natuur (wind en water).

Bij een stoommachine zorgt de stoomkracht ervoor dat de apparaten bewegen

Nieuwe energiebron: Steenkool en hout. Deze energiebronnen zorgden voor stoomkracht.

Stoommachine wordt eerst gebruikt voor de mijnbouw.
Een verwarmde ketel zorgde dat er stoom uit kwam; stoomkracht.
Stoommachine in Nederland

Slide 9 - Diapositive

Welk voordeel heeft een stoommachine in vergelijking met spierkracht?
A
Stoommachines zijn groter.
B
Stoommachines kunnen overal neergezet worden.
C
Stoommachines worden minder snel moe.
D
Je hebt minder mensen nodig.

Slide 10 - Quiz

De Industriële Revolutie begint!
James Watt (1770) verbeterde de stoommachine. Producten worden door Machines gemaakt in fabrieken.
              Industrie

Mensen worden minder afhankelijk van de natuur.

Stoommachines zijn te groot voor in huis. Er ontstaan fabrieken.
De stoommachine werd gebruikt voor het maken van meer textiel. Hierdoor ontstaat de textielindustrie.
Grondstoffen (Katoen) worden nu door machines gemaakt tot een product (textiel).
James Watt

Slide 11 - Diapositive

Een typische fabriek tijdens de Industriële Revolutie (Engeland)
Hoge schoorstenen
Vervuiling (steenkolen)
Stoom
Grote hallen

Slide 12 - Diapositive

Leg in je eigen woorden de belangrijkste verandering tussen de periode vóór en tijdens de Industriële Revolutie

Slide 13 - Question ouverte

Aan de slag!
Ga aan de slag met je verslag.
  • Groepje
  • Opdrachtenblad
  • Rustig werken

Maximaal drie waarschuwingen

Slide 14 - Diapositive

Afsluiting
Wat hebben we vandaag behandeld:
- Periode vóór de Industriële Revolutie.
- Het ontstaan van de Industriële Revolutie

Huiswerk voor volgende keer:
  • Opgeladen Chromebook en werken aan het verslag.

Slide 15 - Diapositive