Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H1 Grammatica zinsdelen: Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Zinsontleding
2
Grammatica
Nederlands: over zinsdelen, persoonsvorm en onderwerp
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Zinsontleding
2
Grammatica
Nederlands: over zinsdelen, persoonsvorm en onderwerp
Slide 1 - Diapositive
Persoonsvorm
In elke zin staan
werkwoorden.
Één daarvan is de
persoonsvorm
.
De persoonsvorm geeft aan
het getal, de hoeveelheid
en
de tijd
van de zin.
Slide 2 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat een persoonsvorm is
Slide 3 - Question ouverte
Persoonsvorm
https://www.youtube.com/watch?v=nvAow4JgyRE
Video bij hoofdstuk 1 over grammatica.
Over de persoonsvorm en zinsdelen
Slide 4 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
'Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?'
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'Houd eens je mond.'
A
Houd
B
Er is geen persoonsvorm.
C
eens
Slide 6 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'Waarom wandelt hij niet graag?'
A
Waarom
B
hij
C
wandelt
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 7 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'In zijn broek heeft Tsjerk een scheur.'
A
zijn
B
Tsjerk
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 8 - Quiz
Eerst de PV vinden en dan de zin in zinsdelen verdelen.
Een zinsdeel / kan / één woord/ zijn .
Ieder 'stukje' van de zin dat je voor de persoonsvorm kunt plaatsen is een apart zinsdeel.
Dit weekend gaan we naar de efteling.
Slide 9 - Diapositive
Eerst de PV vinden en dan de zin in zinsdelen verdelen.
Een zinsdeel kan een woord, maar ook een groepje woorden zijn .
Ieder 'stukje' van de zin dat je voor de persoonsvorm kunt plaatsen is een apart zinsdeel.
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? 'Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.'
A
3
B
5
C
4
D
6
Slide 11 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
' De fiets van mijn broer stond in de schuur van mijn ouders.'
A
2
B
4
C
3
D
5
Slide 12 - Quiz
Onderwerp
Zinnen bestaan uit zinsdelen.
Het onderwerp (ow) is ook een zinsdeel.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Leg nu in je eigen woorden uit wat het onderwerp is
Slide 15 - Question ouverte
Onderwerp
Zoek de persoonsvorm
Vraag: wie of wat + persoonsvorm
Het antwoord op die vraag is het onderwerp
Bekijk de video:
Maak opdracht
2, 3 en 4
bladzijde 29
Onderwerp en persoonsvorm
https://youtu.be/62r_1tNBq2g
Slide 16 - Diapositive
Hoe heet het belangrijkste werkwoord in een zin?
A
doewoord
B
persoonsvorm
C
onderwerp
D
lidwoord
Slide 17 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'Kees is vandaag tot 14:05 naar school geweest.'
A
vandaag
B
school
C
is
D
geweest
Slide 18 - Quiz
Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?
A
Vraagzin van maken
B
Tijd veranderen
C
Voorste woord kiezen
D
Hoeveelheid veranderen
Slide 19 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'Hebben jullie je huiswerk gemaakt voor vandaag?'
A
gemaakt
B
hebben
C
huiswerk
D
vandaag
Slide 20 - Quiz
Wat is een persoonsvorm altijd voor een woord?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Werkwoord
Slide 21 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? 'Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.'
A
3
B
5
C
4
D
6
Slide 22 - Quiz
Grammatica
Zinsdelen: werkwoordelijk gezegde
Na deze les weet je hoe je deze zinsdelen vindt.
Slide 23 - Diapositive
0
Slide 24 - Vidéo
Leg nu in je eigen woorden uit wat het werkwoordelijk gezegde is
Slide 25 - Question ouverte
Werkwoordelijk
gezegde
Alle werkwoorden uit de zin
Dus: persoonsvorm + andere werkwoorden uit de zin
Slide 26 - Diapositive
Grammatica
Zinsdelen: onderwerp
Ne deze les weet je hoe je deze zinsdelen vindt.
Slide 27 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
1. Zet de zin in een andere tijd. Verleden tijd of tegenwoordige tijd.
2. Verander het getal van de zin. Enkelvoud of meervoud.
3. Maak van de zin een vraag. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan.
Slide 28 - Diapositive
Nu jij
!
Jurre heeft voor zijn verjaardag wel twintig uitnodigingen gestuurd.
Andere tijd:
Ander getal:
Vragend:
Slide 29 - Diapositive
0
Slide 30 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Les 2 Zinsdelen H2
Janvier 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Février 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Février 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Novembre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Pv, zinsdelen, wg, ow
Octobre 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinnen ontleden
Mars 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Zinsontleden hh lj1
Octobre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Avril 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1