Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Zinsontleding
2
Grammatica
Nederlands: over zinsdelen, persoonsvorm en onderwerp
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Zinsontleding
2
Grammatica
Nederlands: over zinsdelen, persoonsvorm en onderwerp
Slide 1 - Diapositive
Persoonsvorm
In elke zin staan
werkwoorden.
Één daarvan is de
persoonsvorm
.
De persoonsvorm geeft kan je vinden door een ja/nee-vraag te maken.
Slide 2 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
'Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?'
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt
Slide 3 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'Houd eens je mond.'
A
Houd
B
Er is geen persoonsvorm.
C
eens
Slide 4 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'Waarom wandelt hij niet graag?'
A
Waarom
B
hij
C
wandelt
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'In zijn broek heeft Tsjerk een scheur.'
A
zijn
B
Tsjerk
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 6 - Quiz
Eerst de PV vinden en dan de zin in zinsdelen verdelen.
Een zinsdeel kan één woord of meerdere woorden zijn .
Ieder 'stukje' van de zin dat je voor de persoonsvorm kunt plaatsen is een apart zinsdeel.
Slide 7 - Diapositive
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? 'Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.'
A
3
B
5
C
4
D
6
Slide 8 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
' De fiets van mijn broer stond in de schuur van mijn ouders.'
A
2
B
4
C
3
D
5
Slide 9 - Quiz
Onderwerp
Zinnen bestaan uit zinsdelen.
Het onderwerp (ow) is ook een zinsdeel.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Onderwerp
Zoek de persoonsvorm
Vraag: wie of wat + alle ww
Het antwoord op die vraag is het onderwerp
Cursus 5:
Paragraaf 4: 1,2,3,5, 7A, 9A, 7C, 8C
timer
15:00
Slide 12 - Diapositive
Huiswerk
Cursus 5:
Paragraaf 4: 1,2,3,5
Slide 13 - Diapositive
Opdracht 6
1 Een aardige leraar
2 de woorden explosie en applaus
3 de finale
4 Joris
5 De brandweerlieden
5 een klein jongetje
Opdracht 7
1 het gebouw (enk)
2 Makers van een glossy (meerv)
3 de aardappelsoort bintje (enk)
4 de bliksem (enk)
5 een lange rij populieren (enk)
6 mensen (meerv)
Slide 14 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
'Kees is vandaag tot 14:05 naar school geweest.'
A
vandaag
B
school
C
is
D
geweest
Slide 15 - Quiz
Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?
A
Vraagzin van maken
B
Tijd veranderen
C
Voorste woord kiezen
D
Hoeveelheid veranderen
Slide 16 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'Hebben jullie je huiswerk gemaakt voor vandaag?'
A
gemaakt
B
hebben
C
huiswerk
D
vandaag
Slide 17 - Quiz
Wat is een persoonsvorm altijd voor een woord?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Werkwoord
Slide 18 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? 'Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.'
A
3
B
5
C
4
D
6
Slide 19 - Quiz
Grammatica
Zinsdelen: werkwoordelijk gezegde
Na deze les weet je hoe je deze zinsdelen vindt.
Slide 20 - Diapositive
0
Slide 21 - Vidéo
Leg nu in je eigen woorden uit wat het werkwoordelijk gezegde is
Slide 22 - Question ouverte
Werkwoordelijk
gezegde
Alle werkwoorden uit de zin
Dus: persoonsvorm + andere werkwoorden uit de zin
Slide 23 - Diapositive
Grammatica
Zinsdelen: onderwerp
Ne deze les weet je hoe je deze zinsdelen vindt.
Slide 24 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
1. Zet de zin in een andere tijd. Verleden tijd of tegenwoordige tijd.
2. Verander het getal van de zin. Enkelvoud of meervoud.
3. Maak van de zin een vraag. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan.
Slide 25 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
1. Zet de zin in een andere tijd. Verleden tijd of tegenwoordige tijd.
2. Verander het getal van de zin. Enkelvoud of meervoud.
3. Maak van de zin een vraag. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan.
Slide 26 - Diapositive
Nu jij
!
Jurre heeft voor zijn verjaardag wel twintig uitnodigingen gestuurd.
Andere tijd:
Ander getal:
Vragend:
Slide 27 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Octobre 2020
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Juin 2020
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H1 Grammatica zinsdelen: Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Janvier 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 Zinsdelen H2
Janvier 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Novembre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
VWO 1_Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Mars 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Février 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
Octobre 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1