2 Havo 11-2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen

Lernziele:

Wiederholung der Grammatik schwache Verben

Das Partizip

Ich - und Ach Laut

Hoe gaat het
thuiswerken tot
nu toe?

haben und sein

Wie alt (bent u)?

(Hij is) 13 Jahre alt.

Wo (ben jij) geboren?

(Ik ben) in Berlin geboren.

(Het is) eine schöne Stadt.

sind Sie

er ist

bist du

ich bin

es ist

Het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

Wat gebeurt er bij werkwoorden met de stam op een -d of een -t bij du, er/sie/es en ihr?

zwakke werkwoorden:
Ihr ________ den ganzen Tag!

1. rede
2. redest
3. redet

zwakke werkwoorden:
Ich _______ auf den Bus.

1. warte
2. wartest
3. warten

Wo arbeit____ du eigentlich?

1. arbeitet
2. arbeitest
3. arbeite
4. arbeiten

Was kost____ es eigentlich?

1. kostet
2. kosten
3. kostest
4. koste

Voltooid deelwoord

ge+stam+t

eindigt de stam op een -d of een -t?

ge+stam+et

voltooid deelwoord
antworten

voltooid deelwoord van wohnen

1. gewohnt
2. gewohnd
3. gewonht
4. gewohnet

voltooid deelwoord
arbeiten

Aussprache -ch

Uitspraak: Ach-laut als in 'lachen'. De Ach-laut komt na de klinkers van het woord Auto
auch, lachen, Buch, Nacht, Loch, suchen, kochen, machen, Kuchen

Uitspraak: Ich-laut als in 'vliegje' (in alle andere gevallen)
weich, nicht, möchten, Pech, Mädchen, Küche, Chemie, lächeln

Tekst

Hoe spreek je de ch uit?
Bücher

1. ich-Laut
2. ach-Laut

Hoe spreek je de ch uit?
Woche

1. ich-Laut
2. ach-Laut

Hoe spreek je de ch uit?
nach

1. ich-laut
2. ach-laut

Hoe spreek je de ch uit?
Mädchen

1. ich-laut
2. ach-laut

Stel 1 vraag/opmerking over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.