Inleidende les nwg / wwg (tweede)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

WERKWOORDELIJK GEZEGDE 

NAAMWOORDELIJK GEZEGDE

Alles begint met een

PERSOONSVORM

= ja-/neenvraag > eerste woord = pv

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Jasmijn eet een koekje op maandagavond.

1. eet
2. Jasmijn
3. een koekje

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Jasmijn is een student van KOBOS.

1. Jasmijn
2. is
3. student

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Er worden in deze klas te weinig vragen gesteld!

1. Er
2. worden
3. vragen
4. gesteld

NOG EVEN HERHALEN

Wat is het verschil tussen de volgende twee zinnen?

De hond bijt de man.

De hond is een bijter.

ZINNEN MET EEN ACTIE / HANDELING

Jasmijn eet een koekje op maandagavond.

> Jasmijn doet iets 

=  werkwoordelijk gezegde

wwg in deze zin = 'eet'

Jasmijn eet een koekje.

ZINNEN MET EEN EIGENSCHAP / TOESTAND

Jasmijn is een student op KOBOS.

> Jasmijn is iets.

=  naamwoordelijk gezegde

!! nwg = ww + 'wat iemand is'

nwg in deze zin = 'is een student'

Jasmijn is een student op Kobos.

Een werkwoordelijk gezegde is een zin waarin iets wordt gedaan.

1. waar
2. niet waar

In een naamwoordelijk gezegde is iemand iets.

1. waar
2. niet waar

Werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?

'Hij is een dokter op de wachtpost in Puurs.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?

'Hij heeft de dokter keihard in zijn gezicht geslagen.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

EXTRA HULPMIDDELTJE (nwg) KOPPELWERKWOORDEN

Z

W

O

B

B

E

L

S

'Dat is een goed idee van de leerlingenraad.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

'Zij werd gisteren uitgenodigd op het feestje.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

'Zij blijkt een goede docent te zijn.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

'Zij blijkt een broodje te hebben gekocht.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

'Zij houdt van dansen op romantische muziek!'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

'Onze leerkracht geschiedenis wil niet gestoord worden.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

'Hij is daar volgens mijn moeder nog nooit geweest.'

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

braindump
wwg / nwg