Kennislab 4.5 (2023)

Kennislab 
Complexiteit bepalen en triage
(met als uitgangspunt zelfmanagement van de cliënt bevorderen en gezamenlijke besluitvorming)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnHBOStudiejaar 1,4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Kennislab 
Complexiteit bepalen en triage
(met als uitgangspunt zelfmanagement van de cliënt bevorderen en gezamenlijke besluitvorming)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
De student kan:
  • uitleggen wat bedoeld wordt met de complexiteit van de verpleegsituatie; 
  • uitleggen hoe de complexiteit van de verpleegsituatie bepaald kan worden; 
  • benoemen welke rol kennis speelt in het bepalen van complexiteit kan uitleggen wat de zorginhoudelijke regiefunctie inhoudt; 
  • uitleggen hoe patiëntentoewijzing plaatsvindt en kan uitleggen wat gezamenlijke besluitvorming is (shared decision making);
  • de principes van triage uitleggen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan
bij triage?

Slide 4 - Carte mentale

Biedt zekerheid, structuur en duidelijkheid in de urgentiebepaling
Besluitvorming bijv. “bel ik een arts of niet”?
Wat is het doel van triage?
A
Urgentiebepaling van de hulpvraag (besluitvorming)
B
Patiënt het geschiktste traject te laten doorlopen
C
kostenverhogend werken
D
ontslaan van de patiënt uit de zorg

Slide 5 - Quiz

Urgentiebepaling van de hulpvraag (besluitvorming)
Doel
Patiënt het geschiktste traject te laten doorlopen (CBO 2008)
Efficiënt en doelmatig gebruik van middelen
Mortaliteit reduceren
Kosteneffectief werken (Huibers e.a., 2010)
Wie voert triage uit?
A
verpleegkundige
B
mantelzorg
C
teammanager
D
doktersassistente

Slide 6 - Quiz

voorwaarde: scholing in triage systeem!
Welke triage modellen
zijn er?

Slide 7 - Carte mentale

SEH (MTS)
Huisartsenpraktijk (NTS)

Wat zijn de risico's van triage?
Ondertriage (vooral bij kwetsbare ouderen)
= te lage inschatting van de urgentie 
Fatale gevolgen, verergering ziekte of zelfs mortaliteit

Overtriage
= te hoge inschatting van de urgentie 
Kostenaspect

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Triage modellen*
SEH (MTS)
Huisartsenpraktijk (NTS)

Systematisch model zorgt voor effectieve en efficiëntere triage!

Eisen triagemodel SEH (CBO 2008)
  • Betrouwbaar, valide en hanteerbaar voor alle patiënten
  • Effectieve zorgverlening tijdens triageproces
  • Toepasbaar in Nederland
  • Kwaliteitswaarborging van scholing

*Geen model gevalideerd voor de acute zorg van kwetsbare ouderen! (Bakker)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht Triage
Tijd: 10 minuten
Hoe: in groepjes met maximaal vier
Wat: Casussen beoordelen op urgentie en eventuele acties erbij zetten. 
Uitkomst: urgentie bepaald met acties erbij op de flap-over

Slide 10 - Diapositive

Geef de uitgeprinte casussen aan de groepjes. 
klassikaal nabespreken of antwoorden geven. 
Complexiteit van zorg

Slide 11 - Carte mentale

De mate waarin verpleegkundigen en verzorgende te maken hebben met:
Routines
Onvoorspelbaarheid
Toenemende complexiteit vraagt om andere competenties!
 (Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007)
De veranderingen in complexiteit hangen samen met het feit dat de groep mensen die een beroep doet op zorg verandert 
Wat is het verschil tussen case complexity en patient complexity volgens Normenkader V&VN?

Slide 12 - Question ouverte

Definitie (Normenkader V&VN)
Case-complexity:
complexiteit van medische problemen, de persoon met de ziekte, de kenmerken van de populatie en de complexiteit van het zorgstelsel/zorgsysteem.
Patientcomplexity:
gelijktijdig optreden van problemen in verschillende domeinen, de manier waarop problemen elkaar beïnvloeden, een kwetsbaar evenwicht, onvoorspelbaarheid, passendheid van routines, richtlijnen etc.
Volgens het artikel ‘The Concept of Care Complexity: A Qualitative Study’ kunnen er drie hoofdthema's onderscheid worden in complexiteit. Welke zijn deze thema's?

Slide 13 - Question ouverte

Uit het artikel ‘The Concept of Care Complexity: A Qualitative Study’ blijkt hoe verschillend complexiteit wordt gedefinieerd en dat daaruit drie thema’s kunnen worden gehaald, namelijk, het heeft met de patiënt te maken, met de verpleegkundige en met de organisatie van zorg. Ook hier lees je dat werkdruk (workload) als onderdeel van complexiteit wordt benoemd.
De complexiteit wordt gemeten en/ of vastgesteld heeft dus te maken met wat je eronder verstaat. 
​Is complexitei​​t altijd meetbaar?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Toewijzing juiste zorgverlener, andere competenties (verzorgende, mbo, hbo, VS)
Zorgprofiel
Evt. verwijzing
Noodzaak voor scholing
Is hogere werkdruk hetzelfde als toegenomen complexiteit van zorg?
Licht je antwoord toe:

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft invloed op de complexiteit van zorg?
Ouderen langer thuis
Kleinschalige zorg (andere verantwoordelijkheden)
Complexere handelingen
Kortere ziekenhuis opnames
Complexiteit van zorg is afhankelijk van patiënt, verpleegkundige en organisatie van zorg (Gurainoni et al., 2015)


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toename complexiteit van zorg: voordelen?
Interessanter werk
Ontwikkelingsmogelijkheden toegenomen
Scholingsmogelijkheden toegenomen

De hbo-verpleegkundige:
Complexiteit van zorg bepalen, zorg toewijzen en delegeren
Coördineren van zorg
Bewaken continuïteit van zorg


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meetinstrumenten
Verpleeghuizen/revalidatie/chronische zorg: zorgprofiel(financiering)
Complexiteitsscorelijst algemeen ziekenhuis
www.meetinstrumentenzorg.nl (zoekmachine voor algemene meetinstrumenten)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemeten en wat nu?

Indicatie stellen
Hoe ingewikkeld, welke diagnoses, resultaten en interventies ga je stellen binnen directe omgevingsfactoren van de patiënt

--> Zorg toewijzen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vindt patiënten toewijzing plaats?
A
Door de arts
B
Bepalen van complexiteit
C
Triage
D
Door de patiënt zelf

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht complexiteit bepalen
Tijd: 10 minuten
Wat: bepalen complexiteit van de casus
Hoe: 
- In groepjes met dezelfde casus van BS4.
- Hoe complex is de situatie?
- Waarop baseren jullie de complexiteit?
Uitkomst: minipresentatie over de complexiteit van de casus. 


Slide 21 - Diapositive

Geef ieder groepje een Flapover en een stift of laat de antwoorden op een Padlet zetten om ze te kunnen presenteren. 
Opdracht:
1.3 Mogelijke diagnosen voorleggen aan de cliënt
Beschrijf hier wat de meerwaarde is van het voorleggen van de hypothetische diagnosen aan de cliënten. Leg uit met welke diagnosen de cliënten aan de slag zou willen gaan. (Je maakt hier dus een inschatting van wat jij denkt dat de client belangrijk vindt, beschrijf je argumenten en beredenering).

Opdracht
Welke diagnose heb jij gesteld? Of zou je kunnen stellen? Op welke manier leg jij de diagnose voor aan mevrouw? Wat bespreek je? En op welke manier? 
Wat neem je mee in je bespreking tot gezamenlijke besluitvorming?  (zie ook de literatuur: Van Munten H3.2 en H3.4. )
Naar wie zou jij doorverwijzen of de zorg toewijzen? Gezien de gestelde diagnose?

Slide 22 - Diapositive

in groepjes .... 
Wat ga jij verwerken in de casusopdracht?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions