Kennislab 4.5

Kennislab 
Complexiteit bepalen en triage
(met als uitgangspunt zelfmanagement van de cliënt bevorderen en gezamenlijke besluitvorming)
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnHBOStudiejaar 1,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Kennislab 
Complexiteit bepalen en triage
(met als uitgangspunt zelfmanagement van de cliënt bevorderen en gezamenlijke besluitvorming)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
De student kan:
  • uitleggen wat bedoeld wordt met de complexiteit van de verpleegsituatie; 
  • uitleggen hoe de complexiteit van de verpleegsituatie bepaald kan worden; 
  • benoemen welke rol kennis speelt in het bepalen van complexiteit kan uitleggen wat de zorginhoudelijke regiefunctie inhoudt; 
  • uitleggen hoe patiëntentoewijzing plaatsvindt en kan uitleggen wat gezamenlijke besluitvorming is (shared decision making);
  • de principes van triage uitleggen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan
bij triage?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Triage
Biedt zekerheid, structuur en duidelijkheid in de urgentiebepaling
Besluitvorming bijv. “bel ik een arts of niet”?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van triage?
A
Urgentiebepaling van de hulpvraag (besluitvorming)
B
Patiënt het geschiktste traject te laten doorlopen
C
kostenverhogend werken
D
ontslaan van de patiënt uit de zorg

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is triage?
Urgentiebepaling van de hulpvraag (besluitvorming)

Doel 
  • Patiënt het geschiktste traject te laten doorlopen (CBO 2008)
  • Efficiënt en doelmatig gebruik van middelen
  • Mortaliteit reduceren
  • Kosteneffectief werken (Huibers e.a., 2010)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie voert triage uit?
A
verpleegkundige
B
mantelzorg
C
teammanager
D
doktersassistente

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie voert triage uit?

Verpleegkundige, doktersassistente………voorwaarde: scholing in triagesysteem!

Waar?
Alle werkvelden!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de risico's van triage?
Ondertriage (vooral bij kwetsbare ouderen)
= te lage inschatting van de urgentie 
Fatale gevolgen, verergering ziekte of zelfs mortaliteit

Overtriage
= te hoge inschatting van de urgentie 
Kostenaspect

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Triage modellen*
SEH (MTS)
Huisartsenpraktijk (NTS)

Systematisch model zorgt voor effectieve en efficiëntere triage!

Eisen triagemodel SEH (CBO 2008)
  • Betrouwbaar, valide en hanteerbaar voor alle patiënten
  • Effectieve zorgverlening tijdens triageproces
  • Toepasbaar in Nederland
  • Kwaliteitswaarborging van scholing

*Geen model gevalideerd voor de acute zorg van kwetsbare ouderen! (Bakker)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Complexiteit van zorg

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitie complexiteit van zorg:
Definitie (Normenkader V&VN)

Case-complexity:
complexiteit van medische problemen, de persoon met de ziekte, de kenmerken van de populatie en de complexiteit van het zorgstelsel/zorgsysteem.

Patientcomplexity:
gelijktijdig optreden van problemen in verschillende domeinen, de manier waarop problemen elkaar beïnvloeden, een kwetsbaar evenwicht, onvoorspelbaarheid, passendheid van routines, richtlijnen etc.
  

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is complexiteit van zorg?
De mate waarin verpleegkundigen en verzorgende te maken hebben met:
  • Routines
  • Onvoorspelbaarheid
  • Toenemende complexiteit vraagt om andere competenties!
 (Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007) 

De veranderingen in
complexiteit hangen samen met het feit dat de  groep mensen die een beroep doet op zorg  verandert 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Artikel
Uit het artikel ‘The Concept of Care Complexity: A Qualitative Study’ blijkt hoe verschillend complexiteit wordt gedefinieerd en dat daaruit drie thema’s kunnen worden gehaald, namelijk, het heeft met de patiënt te maken, met de verpleegkundige en met de organisatie van zorg. Ook hier lees je dat werkdruk (workload) als onderdeel van complexiteit wordt benoemd.
De complexiteit wordt gemeten en/ of vastgesteld heeft dus te maken met wat je eronder verstaat. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

​Is complexitei​​t altijd meetbaar?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft invloed op de complexiteit van zorg?
Ouderen langer thuis
Kleinschalige zorg (andere verantwoordelijkheden)
Complexere handelingen
Kortere ziekenhuis opnames
Complexiteit van zorg is afhankelijk van patiënt, verpleegkundige en organisatie van zorg (Gurainoni et al., 2015)


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is hogere werkdruk hetzelfde als toegenomen complexiteit van zorg?
Licht je antwoord toe:

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toename complexiteit van zorg: voordelen?
Interessanter werk
Ontwikkelingsmogelijkheden toegenomen
Scholingsmogelijkheden toegenomen

De hbo-verpleegkundige:
Complexiteit van zorg bepalen, zorg toewijzen en delegeren
Coördineren van zorg
Bewaken continuïteit van zorg


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom complexiteit van zorg bepalen?
  • Toewijzing juiste zorgverlener, andere competenties (verzorgende, mbo, hbo, VS)
  • Zorgprofiel
  • Evt. verwijzing
  • Noodzaak voor scholing


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meetinstrumenten
Verpleeghuizen/revalidatie/chronische zorg: zorgprofiel(financiering)
Complexiteitsscorelijst algemeen ziekenhuis
www.meetinstrumentenzorg.nl (zoekmachine voor algemene meetinstrumenten)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemeten en wat nu?

Indicatie stellen
Hoe ingewikkeld, welke diagnoses, resultaten en interventies ga je stellen binnen directe omgevingsfactoren van de patiënt

--> Zorg toewijzen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vindt patiënten toewijzing plaats?
A
Door de arts
B
Bepalen van complexiteit
C
Triage
D
Door de patiënt zelf

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht:
1.3 Mogelijke diagnosen voorleggen aan de cliënt
Beschrijf hier wat de meerwaarde is van het voorleggen van de hypothetische diagnosen aan de cliënten. Leg uit met welke diagnosen de cliënten aan de slag zou willen gaan. (Je maakt hier dus een inschatting van wat jij denkt dat de client belangrijk vindt, beschrijf je argumenten en beredenering).

Opdracht: Bepaal voor BS4 de complexiteit van de zorg van Mevrouw Langelaan. 
Welke diagnose heb jij gesteld? Of zou je kunnen stellen? Op welke manier leg jij de diagnose voor aan mevrouw? Wat bespreek je? En op welke manier? 
Wat neem je mee in je bespreking tot gezamenlijke besluitvorming?  (zie ook de literatuur: Van Munten H3.2 en H3.4. )
Naar wie zou jij doorverwijzen of de zorg toewijzen? Gezien de gestelde diagnose?

Slide 24 - Diapositive

in groepjes .... 
Inleveren opdracht:

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga jij verwerken in de casusopdracht?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions