OE2 De aardappel en ingangscontroles

Welkom
Kostenbewust werken toegepast op de Productie van Frites
De aardappel
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Kostenbewust werken toegepast op de Productie van Frites
De aardappel

Slide 1 - Diapositive

OE2
  • Onderwerp frites
  • Productie van frites en hoe kunnen we die zo efficiënt mogelijk doen  
  • Kostenbewust werken en rendement bepalen 
  • Dit is een individueel onderdeel 
  • Extra theorie op het ontwikkelcentum: Productbereiding  module " bereiding van frites, diepvriesspinazie en appelmoes" alleen hoofdstukken 1.1, 1.2 en 2.  

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning

Slide 3 - Diapositive

Na deze les kun je:
  • Processtappen van de frietproductie benoemen (VR-bril)
  • de kenmerken van aardappelen benoemen
  • uitleggen hoe aardappelen geteeld worden
  • uitleggen wat zetmeel is en hoe dit er chemisch uitziet
  • uitleggen welke controles er uitgevoerd worden tijdens de ingangscontrole
  • uitleggen hoe de volgende controles worden uitgevoerd

Slide 4 - Diapositive

Aardappel

Slide 5 - Carte mentale

De aardappel
  • Familie van de nachtschadeachtige
  • Giftige stof solanine
  • Aardappelplant is giftig (stengels, vruchtjes, blad, groene knollen)
  • Belangrijk: goed koken
  • Hoog vitamine c gehalte
  • Veel zetmeel
  • Aardappel plant zich ongeslachtelijk voort

Slide 6 - Diapositive

Wat is solanine?

Slide 7 - Question ouverte

De teelt van aardappelen

Slide 8 - Diapositive

De teelt van de aardappelen
  • Klein geselecteerde knollen
  • Aardappelen worden vanaf april gepoot
  • Doen het goed in alle grondsoorten
  • Aardappelen worden in ruggen geteeld (kleine kans op rotten)
  • Aardappelplant komt eind mei boven de grond
  • September begint de oogst

Slide 9 - Diapositive

De teelt van de aardappel
  • Om de aardappel goed te kunnen rooien moet de loof worden verwijderd
  • Knollen blijven 2-3 weken in de grond (dikke schil)
  • Natte aardappelen worden droog geblazen en daarna gekoeld
  • Kiemrust voorkomen van uitlopen
  • Duurt enkele weken of maanden
  • 2-3 weken 18-20°C
  • 1 maand 10°C
  • 1 maand 6-7°C --> 3-5°C

Slide 10 - Diapositive

Voedingswaarde aardappel
    81% water
    16% zetmeel
    1% mineralen
    0,7% vitaminen
    0,6% voedingsvezels
    0,35% eiwit
    0,27% suiker

Slide 11 - Diapositive

Zetmeel
  • Suikers zijn scheikundige onder te verdelen in verschillende groepen: monosachariden, disachariden en polysachariden.
  • Monosachariden: glucose, galactose en fructose
  • Disachariden: lactose, sacharose en maltose
  • Polysachariden: zetmeel

Slide 12 - Diapositive

Wat is een goed voorbeeld van
timer
0:30
Monosachariden
Disachariden
Polysachariden

Slide 13 - Question de remorquage

Zetmeel in de aardappel
80%
20%

Slide 14 - Diapositive

Levend organismen
  • Enzymen zijn actief
  • Omzetting zetmeel in glucose
  • <7°C wordt er glucose gevormd
  • Weinig verbranding waardoor de aardappel zoet is

Slide 15 - Diapositive

Welke ingangscontroles worden er gedaan bij de fritesfabriek?

Slide 16 - Question ouverte

Onderwatergewicht
  • Je meet het drogestofgehalte (zetmeelgehalte)
  • Liefst een hoog drogestofgehalte
  • Dit zorgt ervoor dat er minder vet wordt opgenomen tijdens het proces
  •  Minimaal 18% drogestof
  • Weeg 5 kilo aardappelen af

Slide 17 - Diapositive

Tijdens het meten van het O.W.G meet je 356 gram. Wat is het DS-gehalte?

Slide 18 - Question ouverte

frietaardappelen 
Voor frietaardappelen, zoals het Bintje dat wij telen, is het ideale onderwatergewicht 380 gram. Dit betekent dat wanneer men 5 kg aardappelen onder water weegt, deze 380 gram wegen. Bij een goed onderwatergewicht is normaal ook de bakkwaliteit van de frieten goed. Onder de 360 gram zijn de “friet” aardappelen niet geschikt om frieten van te maken. Dit betekent namelijk dat er te weinig zetmeel / droge stof in de aardappel aanwezig is, met als gevolg slappe en vette frieten. Een te hoog onderwatergewicht, meer dan 420 gram, is ook niet goed, want hoe hoger het onderwatergewicht, hoe droger en harder de frieten zullen zijn. Voor het bakken van chips is een onderwatergewicht van minstens 400 gram gewenst

Vanuit het OWG kan het drogestof % worden berekend met de volgende formule: 
Percentage drogestof = 0,0493*OWG+1,95               (of aflezen tabel)

Slide 19 - Diapositive

Afmeting en vorm
  • Hoe groter de aardappel is hoe groter het fritesstaafje wordt
  • Misvormde aardappelen zijn moeilijk te schillen en zorgen voor meer afval
  • Dit wordt gemeten door te kijken hoeveel aardappelen er in 10 kg zit. 
  • Norm  60 knollen in 10 kilo

Slide 20 - Diapositive

Afbakkleur
  • Hoe meer glucose in de aardappel hoe donkerder de kleur bij afbakken
  •  Dit komt door carmelisatie en de maillard reactie
  • Dit wordt gemeten met de USDA-kleurenkaart

Slide 21 - Diapositive

Overige controles
  • Aantal rotte, holle, groene en kapotte aardappelen
  • Hoeveelheid zand en stenen

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag 
  • Maak met behulp van de VR-bril een processchema van de productie van friet. 
  • Neem op het ontwikkelcentrum Productbereiding module " bereiding van frites, diepvriesspinazie en appelmoes" hoofdstuk 1.1 en 1.2 alvast door.  
  • Volgende week bestellen 2 kg AH friet aardappelen.  

Slide 23 - Diapositive