Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
H2 Bewegen
2.3 In beweging
Lesboek blz. 47 - 51
Werkboek blz. 70 - 74
Slide 1 - Diapositive
Terugblik vorige les
Slide 2 - Diapositive
Ribben zitten vast aan je borstwervels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Wat zijn de vier functies van het skelet?
Slide 4 - Question ouverte
In platte botten zit beenmerg opgeslagen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Hoe heet het bekneld zitten van een zenuw in de nek of rug?
Slide 6 - Question ouverte
Laat een goede zithouding zien.
Slide 7 - Diapositive
Doel van de les
Je leert de vier verbindingen tussen botten.
Je leert hoe gewrichten werken.
Je leert hoe spieren botten laten bewegen.
Slide 8 - Diapositive
Welke botten kunnen bewegen?
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Hoe beweegt een gewricht?
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Kniegewricht
Buitenkant: gewrichtsbanden
Binnenkant: kruisbanden
De gewrichtsknobbels van het dijbeen
bewegen in 2 kuiltjes van kraakbeen:
de binnenste en buitenste meniscus.
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel spieren heeft je lichaam?
Slide 14 - Diapositive
Hoe werken je spieren en botten samen?
Slide 15 - Diapositive
Hoe laten spieren je botten bewegen?
Spieren zitten met pezen vast aan je bot.
Spieren kunnen korter en langer worden. Als de buigspier samentrekt wordt hij korter en dikker, als de strekspier samentrekt wordt deze aan de achterkant korter en dikker.
Slide 16 - Diapositive
Hoe laten spieren je botten bewegen?
Spieren die samen werken aan een tegengestelde beweging: buigspieren en strekspieren samen heten antagonisten.
Slide 17 - Diapositive
Biceps - triceps
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Hoe werkt een spier?
De pezen van een spier zijn vergroeid met een vlies buiten de spier: de spierschede.
In de doorsnede van een spier zie je dat een spier uit spierbundels bestaat.
Elke spierbundel bestaat uit een aantal spiercellen, lange dunne cellen deze worden spiervezels genoemd.
Spieren trekken samen door het korter worden van spiervezels.