Nierfalen: Oorzaken, Symptomen, Diagnose en Behandeling

Nierfalen: Oorzaken, Symptomen, Diagnose en Behandeling
Siem, Ischa, Amber en Jazlyn
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 26 min

Éléments de cette leçon

Nierfalen: Oorzaken, Symptomen, Diagnose en Behandeling
Siem, Ischa, Amber en Jazlyn

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het eind van de les kan je de symptomen van nierfalen beschrijven
  • Aan het eind van de les kan je de oorzaken van acuut en chronisch nierfalen uitleggen
  • Aan het eind van de les kan je de methoden voor diagnose en behandeling van nierfalen toelichten
  • Aan het eind van de les kan je de functies van de nieren en de effecten van hun falen op het lichaam beschrijven

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over nierfalen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn symptomen van nierfalen?
A
lage bloeddruk, misselijkheid
B
pijn, jeuk
C
hartkloppingen, lage bloeddruk
D
hoge bloeddruk, moeheid, dikke benen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen van nierfalen
  • Hoge bloeddruk
  • Moeheid, lusteloosheid en jeuk
  • gebrek aan eetlust
  • kortademigheid
  • dikke benen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken van nierfalen
  • Acuut nierfalen: lage bloeddruk, nierweefselbeschadiging of urineafvoerproblemen
  • Chronisch nierfalen: nierziekten, hoge bloeddruk, diabetes en aangeboren afwijkingen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Contrastnefropathie
Wanneer iemand een verminderde nierfunctie heeft, kan een jodiumhoudend contrastmiddel ervoor zorgen dat de nierfunctie achteruit gaat dit heet contrastnefropathie. 
jodiumhoudend contrastmiddel wordt o.a. gebruikt voor een CT-scan hierdoor krijg je het deel wat je wilt onderzoeken beter in beeld. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diagnostische methoden voor nierfalen
  • Urine- en bloedonderzoeken
  • Echo's
  • MRI, CT-scan of nierbiopsie (soms)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandelingsopties voor nierfalen
  • Voorkomen van verder nierfunctieverlies
  • Verkleinen van de kans op hart- en vaatziekten
  • Dialyse of transplantatie (in ernstige gevallen)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

nier dialyse 
Nierdialyse is een behandeling die nodig is wanneer je nieren zelf niet meer in staat zijn om je bloed goed schoon te filteren. Normaal gesproken zorgen je nieren ervoor dat afvalstoffen en overtollig water via de urine worden afgevoerd. Bij nierschade kunnen de nieren dit niet meer goed.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van de nieren en effecten van nierfalen
  • Filteren van afvalstoffen uit het bloed
  • Reguleren van de vochtbalans
  • Aanmaken van hormonen
  • Nierfalen kan leiden tot verschillende symptomen en complicaties

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definities
  • Nierfalen: Een aandoening waarbij de nieren hun functies niet meer kunnen uitvoeren
  • Acuut nierfalen: Plotseling optredend nierfalen veroorzaakt door factoren zoals lage bloeddruk, nierweefselbeschadiging of urineafvoerproblemen
  • Chronisch nierfalen: Langzaam ontwikkelend nierfalen veroorzaakt door factoren zoals nierziekten, hoge bloeddruk, diabetes en aangeboren afwijkingen
  • Dialyse: Een behandeling die de functie van de nieren kunstmatig overneemt
  • Transplantatie: Een operatie waarbij een gezonde nier van een donor wordt getransplanteerd naar een patiënt met nierfalen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.