2ha Grammatica Zinsdelen - H3

Grammatica
Pak alvast je boek, schrift en studiewijzer
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Pak alvast je boek, schrift en studiewijzer

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt het naamwoordelijk gezegde (ng) in een zin herkennen.
  • Je weet het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.

Slide 2 - Diapositive

Alles bij elkaar. Ontleed de zin: pv t/m bwb

Een week na mijn verjaardag kreeg ik
mijn cadeau.
timer
2:00

Slide 3 - Question ouverte

Antwoord vorige vraag 
/ Een week na mijn verjaardag /  kreeg / ik / mijn cadeau./

pv = kreeg
ow = ik
wg = kreeg
lv = mijn cadeau
mv = n.v.t.
bwb =een week na mijn verjaardag

Slide 4 - Diapositive

Grammatica woordsoorten H2
naamwoordelijk gezegde

blz. 60-61

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Naamwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (wg) zegt wat iemand of iets doet. Het naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat iemand of iets is of wordt. Dat is het verschil.
Let goed op: Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel en een [naamwoordelijk deel].
De voetbaltrainer is streng. ng = is [streng].

Slide 9 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
Je vindt het naamwoordelijk gezegde in vier stappen:
1. Stel vast of er een koppelwerkwoord in de zin staat: zijn, worden, blijven, lijken, blijken, schijnen.
2. Stel vast of het onderwerp iets doet of iets is/wordt.
3. Wat + wg + onderwerp = naamwoordelijk deel.
4. Noteer het naamwoordelijk gezegde als volgt:
pv + [nw. deel] + overige werkwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld
1. Het openbaar vervoer is voor studenten en ouderen ideaal.
ng = is [ideaal]
2. Ruben uit klas 4 schijnt een veelbelovende gamer te zijn.
ng = schijnt [een veelbelovende gamer] te zijn

Slide 11 - Diapositive

Grammatica woordsoorten H3
werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?


blz. 88-89

Slide 12 - Diapositive

Grammatica woordsoorten H3
werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?


blz. 88-89

Slide 13 - Diapositive

Verschil tussen wg en ng
Het werkwoordelijk gezegde (wg) zegt wat iemand of iets doet. Het naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat iemand of iets is of wordt. Dat is het verschil.
Het naamwoordelijk gezegde bevat een koppelwerkwoord, een werkwoordelijk deel en een [naamwoordelijk deel]. Het geeft een kenmerk of eigenschap van iemand of iets.

Slide 14 - Diapositive

wg of ng?
Mijn broertje heeft voor het eerst in zijn leven gekookt.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quiz

wg of ng?
Vorige week is mijn neefje kampioen geworden.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 16 - Quiz

Oefenen
Grammatica zinsdelen H3
Opdracht 1 t/m 4

In je groepje of alleen. Aan het einde van de les bespreken we het.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Opdrachten
Grammatica zinsdelen H2
Opdracht 2 t/m 4
bladzijde 60-61

Slide 19 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat een voorzetselvoorwerp is en hoe je die in een zin kunt herkennen.
  • Je weet het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
  • Je kunt het naamwoordelijk gezegde in een zin herkennen.

Slide 20 - Diapositive

Tijdens de vakantie / is / iedereen / [ vast en zeker zeer vrolijk]. 
Benoem het zinsdeel 'tijdens de vakantie'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 21 - Question de remorquage

Waarom geef je die oude sportschoenen aan je buurjongen?
Benoem het zinsdeel 'oude sportschoenen'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 22 - Question de remorquage