3.1 deel 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

3.1 Machthebbers in Europa

Aan het einde van deze les weet je:

• hoe de Engelse koning minder machtig werd
• Hoe Nederland werd bestuurd 

Wat is absolutisme?

1. Waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt
2. Waarbij de vorst moet luisteren naar de adel
3. Waarbij de macht van de adel groter is dan die van de vorst
4. Waarbij de macht van de vorst wordt beperkt

Wat was het Droit Divin?

1. ander woord voor absolutisme
2. Het goddelijk recht
3. Een goddelijke dans
4. Een goddelijke koning

Wat zijn hugenoten?

1. Franse katholieken
2. Franse joden
3. Franse protestanten
4. protestanten

Wie was de "Zonnekoning"?

1. Charles de Gaulle
2. Lodewijk / Louis XIV
3. Napoléon Bonaparte
4. Le Cardinal Richelieu

Lees de bron hiernaast. Leg uit waarom Lodewijk, ondanks zijn goede smaak geen geliefde koning was.

Welke uitspraak hoort niet bij Lodewijk XIV?

1. Zonnekoning
2. Een wet, een geloof, een koning
3. De staat, die ben ik
4. Alleen edelen beslissen met mij mee.

Hoe zorgde Lodewijk ervoor dat hij zijn absolute macht kon handhaven?

1. De edelen uitschakelen
2. Een groot paleis bouwen zodat iedereen jaloers was
3. Een groot leger
4. Goede contacten onderhouden met andere vorsten

Engeland

Strijd tussen koningen en parlement

Koningen willen absolute macht, maar parlement wil dat niet toestaan.

Strijd in Engeland tussen protestanten en katholieken.

Glorious revolution

Macht komt bij het parlement te liggen en niet meer bij de koning. Als parlement wetten maakt moet de koning deze uitvoeren en de koning mag niet meer zomaar belastingen invoeren.

Wie maakte de wetten in het Engeland van de 17e eeuw?

1. De koning
2. Het parlement
3. Koning en parlement samen
4. De gouverneur

De steden en gewesten werden bestuurd door de regenten; mensen uit de adel en rijke burgerij

De Regenten werkten samen in de staten Generaal; daar maakten zij beslissingen over: buitenlandse politiek, de vloot en het leger

Bestuur van de republiek

• De gewesten nemen de beslissingen

• De Raadspensionaris zit de vergaderingen voor (een soort minister-president)

• De Stadhouder bevelhebber van het leger en de vloot
  

Hoe noemen we de bestuursvorm waarin een klein groepje mensen de macht heeft?

1. Democratie
2. Monarchie
3. Oligarchie
4. Tirannie

Hoe noemen we de bestuurders van de gewesten?

Wie was opperbevelhebber van leger en vloot?

1. De stadhouder
2. De gewesten
3. De Staten-Generaal
4. De koning

Waarover vergaderden de Staten-Generaal in de Republiek?

1. oorlog en buitenlandse politiek
2. Wetten, regels en belastingen
3. oorlog en belastingen
4. Buitenlandse politiek en wetten

Staten-Generaal

stadhouder

regent

Staten

gewesten

oligarchie

de hoogste regent

het bestuur van een gewest

de bestuurders (in de Staten-Generaal)

een gebied dat zichzelf bestuurt

hier kwamen bestuurders samen om beslissing te maken op landsniveau

als een land bestuurd wordt door een klein groepje (rijke) mensen