H2 woordenschat - figuurlijk taalgebruik (les 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom!

10 min. lezen in stilte

Wat gaan we doen?

• Spreekwoord
• Lesdoelen bespreken
• Waar of niet waar?
• Figuurlijk taalgebruik
• Aan de slag
• Lesdoelen controleren 

Spreekwoord

Wat het huis verliest, brengt het weer terug.

Spreekwoord

Wat het huis verliest, brengt het weer terug.

Als men iets in huis zoek maakt, komt het vaak vanzelf weer tevoorschijn.

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

-  kun je figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen;

- de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.

Waar of niet waar? (staan=waar, zitten= niet waar)

1. Hoofdzaken vind je vaak in de eerste of laatste zin van een alinea.

2. Voorbeelden zet je in een samenvatting.

3. De hoofdgedachte is de belangrijkste zin van de alinea.

Wat is het verschil in betekenis tussen de onderstreepte woorden in a en b?

a. Onze tuinman is een beer van een kerel.

b. Charly vond de bruine beer in het wildpark het mooist.

a. De nieuwe skipiste is het neusje van de zalm.

b. Het neusje van de zalm eten we gewoonlijk niet op.

Figuurlijk taalgebruik 

Wat is figuurlijk taalgebruik?

Waarom gebruiken mensen figuurlijk taalgebruik?

Figuurlijk taalgebruik

Er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Bijvoorbeeld:

• Hij woont in het hart van de stad. -> Hij woont in het centrum/in het midden van de stad.
• We sliepen onder de blote hemel. -> We sliepen buiten. 

Wat betekent: De radijsjes schoten de grond uit?

Aan de slag

• Maken: p. 38 t/m 43
  en p. 50 t/m 53  
• Je werkt eerst 5 min. alleen in stilte, daarna mag je eventueel zachtjes overleggen.
• Vragen mag je stellen aan mij -> kom naar het bureau
• Tijd: 15 min.

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

-  kun je figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen;

- de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.