Les 5

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1,2

Periode 3 Les 5 Einkaufen

Was machen wir heute?

1. Huiswerk in agenda zetten en plannen

2. Hausaufgaben kontrollieren

3. Wanneer welke proefwerken?

4. Lesen

5. Wörter

6. Neue Grammatik

7. Hausaufgaben

 

 

Pak je EF agenda

Hausaufgaben les 5

(Af)maken de opdrachten van les 5:

5.1 , 5.2,  5.3, 5.4, 5.5

Leren Wörterliste A B en C Du - Ne & Ne - Du & het werkwoord können en müssen

 

 

Prüfungen P3

Periode 3

Week 14 Kijk en luistertoets volgende week, neem wel je module mee, de luistertoets duurt 30 minuten

Week 15/16  Proefwerkweek

Week 17/18  meivakantie

4.1 Lesen Antworten

Titel:  redders op zee elk uur inzetbaar

1. a

2. - ze maken zichzelf vast aan het schip.

- ze hebben een overlevingspak aan

4.2 Wörter Antworten

4.2 Wörter

1. Süßigkeiten

2. die Ümkleidekabine

3. der Kuchen

4. zurückgeben

5. das Geschäft

6. das Regal

7. die Metzgerei

8. die Bäckerei

9. die Kartoffel

4.3 Möchten

1. ich möchte

2. wir möchten

3. Sie Möchten

4. sie möchte

5. ihr möchtet

6. Er möchte

7. sie möchten

8. du möchtest

4.4 Lesen

1. C

2. jurk, 2 t-shirts sandalen

3. b

4. zijn oude spijkerbroek is kapot

5. b.

6. in de telefoonwinkel

5.1 Lesen

Seite 29 Arbeitsbuch

Kijk naar de titel en het plaatje, Lees de inleiding, waar gaat de tekst over denk je?

Het is een lange tekst dus de vragen gaan per alinea.

Lees vraag 1, waar moet je op letten? 

5.1 Lesen

Antwoord vraag 1 A

Lees vraag 2, je moet twee redenen opschrijven in het Nederlands

We lezen nu alinea 2

5.1 Lesen

Antwoord vraag 2. 

1. Er zijn niet veel grote rollen voor honden

2. voor een grote rol heb je 2 honden nodig. Tobi heeft geen vervanger.

Lees vraag 3, Welke bewering over Tobi is juist. 

We lezen nu alinea 3

5.1 Lesen

Antwoord vraag 3.  B

Lees vraag 4, Geef van elke bewering aan of hij juist is of niet, schrijf dit achter de bewering R richting oder F falsch.

Je moet hiervoor de hele alinea lezen, lees de eerst 2 beweringen en dan de alinea, de beweringen gaan op volgorde

We lezen nu alinea 4

5.1 Lesen

Antwoord vraag 4.  

1. Falsch

2 Falsch

3. Falsch

4. Richtig

5.2 Wörter

Text-, Arbeitsbuch Seite 30/31

 

Gebruik Wörterliste A, B & C in je Grammatikbuch Seite 4/5

Welk woord hoort onder het plaatje?

 

5.2 Wörter Antworten

5.3 Geslachten lidwoorden

Lees mee en luister mee naar de uitleg van de regel over de geslachten

Daarna kun je aan de slag met Aufgabe 1 en 2 Seite 32 en 33

5.3 Geslachten lidwoorden

Antworten

5.4 kijken en luisteren

In classroom staat een aantal opdrachten klaar. 

Log eerst in examenkracht in. Daarna ga je naar classroom en klik je op de link naar het oefenmateriaal. 

4.4 Lesen Antworten

4.4 lesen

1. c

2. Een jurk

    2 t- shirts

    sandalen

3. B

4. Zijn oude broek is kapot

4. B

4.5 Aussprache/sprechen

4.5 Aussprache/sprechen

Aufgabe 1. Vul de lege plekken in het onderstaande gesprek aan met de woorden of zinnen uit je woordenlijst. Je kunt gebruik maken van de zinnen op bladzijde 5/6 Gebruik ook andere woorden uit de woordenlijst.