Get involved- Grammar- Past simpel vs present perfect

Today program
Homework check (reading)
Grammar 14 (past simple, past continuous, present perfect)

Do you remember what the reading text was about?


1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Today program
Homework check (reading)
Grammar 14 (past simple, past continuous, present perfect)

Do you remember what the reading text was about?


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Rachael's Elephant Rescue

Slide 3 - Diapositive

Bijna elke redding komt in de kranten
Rachel weet zeker dat ze dit haar hele leven wil doen
Rachel wist dat er iets moet gebeuren, ...
Rachel is een normale vrouw die naar Afrika is gegaan
Rachel studeerde in Engeland
Rachel heeft haar vrienden en familie achtergelaten
1
2
3
4
5
6

Slide 4 - Question de remorquage

Goal

I can use past simple, present perfect and past continuous in a sentence. 

Slide 5 - Diapositive

past simple
  • past simple = verleden tijd
  • helemaal voorbij

  • Je maakt de past simple (meestal) door -ed achter het werkwoord te zetten.
  • work > worked
  • Als er al een -e staat, zet je alleen een -d achter het werkwoord.
  • hike > hiked

Slide 6 - Diapositive

past simple
  • past simple = verleden tijd
  • helemaal voorbij

  • Ook in het Engels heb je te maken met onregelmatige werkwoorden, deze hebben een eigen vorm.
  • Je kunt alleen weten of een werkwoord onregelmatig   is door de lijst uit je hoofd te leren.
  • Op p. 145 tb voor de lijst, het 2e rijtje is de past simple.

Slide 7 - Diapositive

past continuous
  • past continuous = verleden tijd
  • bezig op een bepaald moment in het verleden
  • duurde een tijdje in het verleden

  • Je maakt de past continuous met:                                  to be (was/were) + w.w.+ing

  • sing > was/were singing

Slide 8 - Diapositive

present perfect
  • present perfect = verleden tijd
  • begonnen in het verleden, nu nog zo
  • gebeurd in the verleden, nu nog zichtbaar

  • Je maakt de present perfect met:  
  • have/has + voltooid deelwoord

  • Juf Zahra has been a teacher for 9 years.

Slide 9 - Diapositive

past simple
vs.
past continuous
vs.
present perfect

Slide 10 - Diapositive



            past simple

Gebruik: voorbij
Duur: kort
Vorm: w.w.+ed/eigen vorm(2e rij)



           past continuous

Gebruik: was bezig
Duur: lang
Vorm: was/were+w.w.+ing
past simple vs. past continuous vs. present perfect

Gebruik: verleden begonnen nu nog zo/merkbaar
Duur: verleden tot nu
Vorm: have/has + w.w.+ed/eigen vorm (3e rij)
Tip: FYNE JAS
present perfect

Slide 11 - Diapositive

Sleep de signaal woorden naar de juiste tijd:
Past Simple
Present perfect
for
in 2015
two months ago
yesterday
since
already

Slide 12 - Question de remorquage

Yesterday, I ... my mother when I ... a spider.
A
was calling saw
B
was calling, was seeing
C
called saw
D
called was seeing

Slide 13 - Quiz

Last year I ....... to Japan.
A
traveled
B
have traveled
C
was traveling
D
had traveled

Slide 14 - Quiz

While we ...... the picnic, it ...... to rain.
A
had- started
B
were having- started
C
was having-started
D
had- was starting

Slide 15 - Quiz

Ginny ... ... (paint) her room, it's still wet.

Slide 16 - Question ouverte

I lived in London two years ago.
I have lived in Liverpool for two years.
Present Perfect
Past Simple

Slide 17 - Question de remorquage

Homework
Do: Exercise  12-13, page 59-60 Workbook B




Slide 18 - Diapositive