Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Samentrekkingen
Slide 1 - Diapositive
Samentrekkingen
In een zin mag je soms bepaalde woorden of een deel van een woord weglaten. Het gaat dan om woorden of delen daarvan die je anders letterlijk zou herhalen.
Slide 2 - Diapositive
Samentrekkingen
Weglatingsstreepje. Bv: voorgesprek en nagesprek wordt voor- en nagesprek)
Woord in woordgroepen weglaten. Bv: Grote kinderen en kleine kinderen wordt Grote en kleine kinderen)
Samengestelde zinnen, zinsdelen weglaten. Bv: Ik eet een appel en ik eet een banaan. wordt Ik eet een appel en een banaan.
Slide 3 - Diapositive
Wat is de juiste samentrekking:
Ik ben in de voortuin of achtertuin.
A
Ik ben in de voor- of achtertuin
B
Ik ben of de achtertuin
C
Ik ben in de voortuin -achter
D
Ik ben tuin of de achtertuin
Slide 4 - Quiz
Samentrekkingen
Weglatingsstreepje. Bv: voorgesprek en nagesprek wordt voor- en nagesprek)
Woord in woordgroepen weglaten. Bv: Grote kinderen en kleine kinderen wordt Grote en kleine kinderen)
Samengestelde zinnen, zinsdelen weglaten. Bv: Ik eet een appel en ik eet een banaan. wordt Ik eet een appel en een banaan.
Slide 5 - Diapositive
We verven de muur groen of we verven de muur blauw
A
Groen of we verven de muur blauw.
B
We verven groen of we verven de muur blauw.
C
W verven de muur of we verven blauw.
D
We verven de muur groen of blauw.
Slide 6 - Quiz
Samentrekkingen
Weglatingsstreepje. Bv: voorgesprek en nagesprek wordt voor- en nagesprek)
Woord in woordgroepen weglaten. Bv: Grote kinderen en kleine kinderen wordt Grote en kleine kinderen)
Samengestelde zinnen, zinsdelen weglaten. Bv: Ik eet een appel en ik eet een banaan wordt Ik eet een appel en een banaan.
Slide 7 - Diapositive
Ik kan gitaar spelen en ik kan piano spelen.
A
gitaar spelen en ik kan piano.
B
Ik kan gitaar en piano spelen.
C
Ik kan gitaar en piano.
D
Ik kan spelen en ik kan spelen.
Slide 8 - Quiz
Samentrekkingen
Weglatingsstreepje. Bv: voorgesprek en nagesprek wordt voor- en nagesprek)
Woord in woordgroepen weglaten. Bv: Grote kinderen en kleine kinderen wordt Grote en kleine kinderen)
Samengestelde zinnen, zinsdelen weglaten. Bv: Ik eet een appel en ik eet een banaan wordt Ik eet een appel en een banaan.
Slide 9 - Diapositive
Wat is de juiste schijfwijze: Woonkamer en studeerkamer.
Slide 10 - Question ouverte
Opdrachten
Taal: Maak les 17 van blok 7
Spelling: Maak les 2 en flitsles 2 (woorden met i en met ie)