Begrijpend lezen les 3 : soorten publiek, voorbeeld of toelichting
Les 3 Begrijpend lezen VWO 2
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Les 3 Begrijpend lezen VWO 2
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van deze les…
... ken je de 5 tekstdoelen en 5 tekstsoorten ... ken je de 3 soorten publiek. ... weet je welke functies de rest van een alinea (buiten de kernzin) kan hebben.
Slide 2 - Diapositive
Vorige week...
… verschil overtuigen en opiniëren.
... doel en soort tekst.
Terugblik
vragen
verklaringen
voorstellen
Slide 3 - Diapositive
Tekstdoelen en tekstsoorten
Wie volgende les alle (5) tekstdoelenen (5) tekstsoorten uit z'n hoofd kent, wordtbeloond
Slide 4 - Diapositive
DOEL van een tekst (werkwoord)
SOORT tekst
(zelfstandig naamwoord)
Informeren
een uiteenzetting
Opiniëren
een beschouwing
Overtuigen
een betoog
Activeren/ overhalen
bijv. een reclametekst, folder, poster
Amuseren
bijv. een gedicht, strip, jeugdboek
terugblik
Slide 5 - Diapositive
Een schrijver wil het lezersPUBLIEK bereiken
en past de tekst daarop aan
Breed publiek - alle jongeren van 12-18 Meestal een algemeen onderwerp: lezer weet nog weinig over het onderwerp.
Kleiner, gespecialiseerd publiek - muziekliefhebbers Het publiek weet al iets over het onderwerp. Een persoon, een kleine groep personen - mentor van V2M Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeld of toelichting
Kernzin De kernzin is de zin waarin de belangrijkste mededeling van de alinea staat. Meestal is het de 1e of de 2e zin van de alinea, soms de laatste zin. De rest van de alinea zijn voorbeelden of een toelichting. In de volgende twee slides gaan jullie een alinea zien met een voorbeeld en een met een toelichting.
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan.Op het mbo in Rotterdam waar ik eerst werkte, zag ik regelmatig in de pauze leerlingen een jointje halen. Dat is niet goed voor hun gezondheid, niet goed voor hun schoolprestaties en niet goed voor hun motivatie. Op de mbo in Rotterdam waar ik nu werk is geen coffeeshop in de buurt en gebeurt dat niet. Coffeeshops horen dus niet thuis in een schoolomgeving.
Slide 8 - Diapositive
Kernzin + toelichting
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan.Jongeren experimenteren graag, choqueren graag en zoeken grenzen op. In coffeeshops waar drugs verkocht worden, worden jongeren op hun wenken bediend: met drugs wordt door sommige jongeren volop geëxperimenteerd en ouders zijn vaak gechoqueerd als hun kind blijkt te blowen. Dingen doen die niet mogen, is van alle tijden. Socrates in de 5e eeuw voor Christus klaagde al over de jongeren van zijn tijd. Dat betekent echter niet dat we het jongeren zo gemakkelijk moeten maken. Het blowen in tussenuren of pauzes is gemakkelijk te vermijden door coffeeshops in de buurt van scholen niet toe te staan.
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag!
Open je boek Op Niveau. Ga naar Blok 1: Lezen (blz. 43.) en lees tekst 5 grondig.
Bij twijfel: open bestand "Begrippenlijst lezen - schrijven - spreken onderbouw"
Maak de vragen op slide 11 t/m 17
Slide 10 - Diapositive
Wat is het tekstdoel van tekst 5?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 11 - Quiz
Op welke manier(en) trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
het onderwerp aankondigen
B
een kort , grappig of bijzonder verhaaltje te vertellen (anekdote)
C
één of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen
Slide 12 - Quiz
a Schrijf de kernzin van alinea 3 op. b Zijn de overige zinnen van alinea 3 een toelichting of een voorbeeld?
Slide 13 - Question ouverte
a. Schrijf boven de tweede alinea een tussenkopje dat de kern van de alinea weergeeft. b. Schrijf boven de derde alinea een tussenkopje dat de kern van de alinea weergeeft.
Slide 14 - Question ouverte
Wat is hoofdgedachte van de tekst: --- Hoofdgedachte = de samenvatting van het onderwerp + de hoofdzaken, geformuleerd in één zin
Slide 15 - Question ouverte
Voor welk soort publiek heeft de schrijver tekst 5 geschreven? Licht je keuze toe.
Slide 16 - Question ouverte
Maak de opdrachten bij schrijfdoelen en tekstsoorten. Klik op de link