BL Les 2: Tekstdoelen en -soorten, alineafuncties, publiek

Nederlands
Begrijpend lezen Les 2 

Tekstdoelen en -soorten, alineafuncties, publiek

VG2 - P2 - 2023-2024
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Begrijpend lezen Les 2 

Tekstdoelen en -soorten, alineafuncties, publiek

VG2 - P2 - 2023-2024

Slide 1 - Diapositive

Vorige les ...
... hebben we de theorie uit leerjaar 1 herhaald. Deze ging over:

  • tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen
  • manieren om een inleiding en slot vorm te geven
  • hoofdzaken en bijzaken
  • kernzinnen
  • hoofdgedachte
  • objectief en subjectief
  • onderwerpen en deelonderwerpen



Slide 2 - Diapositive

Aan het eind van deze les ...

... ken je de 6 tekstdoelen en 6 tekstsoorten
... ken je de 3 soorten publiek.
... weet je welke functies de rest van een alinea (buiten de kernzin) kan hebben.


Slide 3 - Diapositive

Aan het eind van deze les ...
... heb je geoefend met: 

  • tekstdoelen
  • manieren van inleiden van de tekst
  • kernzinnen bepalen
  • tussenkopjes bedenken
  • hoofdgedachte bepalen

Slide 4 - Diapositive

Tekstdoelen en Tekstsoorten
Tekstdoel - Tekstsoort
  • informeren -  informerende tekst 
  • uitleg geven - uiteenzettende tekst
  • mening vormen - beschouwende tekst
  • overtuigen - betogende tekst
  • overhalen - activerende tekst
  • amuseren - amuserende tekst

Slide 5 - Diapositive

3 soorten publiek
Breed publiek - alle leerlingen van het ATC
Het publiek weet nog niets/bijna niets over het onderwerp.

Kleiner, gespecialiseerd publiek - alle tweede klassen van het ATC
Het publiek weet al iets over het onderwerp.

Een persoon, een kleine groep personen - mentoren van de tweede klassen
Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.

Slide 6 - Diapositive

Functies rest alinea: Voorbeeld of toelichting

Kernzin
belangrijkste zin van de alinea

Rest van de alinea =
voorbeeld
of
toelichting

Slide 7 - Diapositive

Kernzin + Voorbeeld

Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Op het mbo in Rotterdam waar ik eerst werkte, zag ik regelmatig in de pauze leerlingen een jointje halen. Dat is niet goed voor hun gezondheid, niet goed voor hun schoolprestaties en niet goed voor hun motivatie. Op de mbo in Rotterdam waar ik nu werk is geen coffeeshop in de buurt en gebeurt dat niet. Coffeeshops horen dus niet thuis in een schoolomgeving.

Slide 8 - Diapositive

Kernzin + toelichting
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Jongeren experimenteren graag, choqueren graag en zoeken grenzen op. In coffeeshops waar drugs verkocht worden, worden jongeren op hun wenken bediend: met drugs wordt door sommige jongeren volop geëxperimenteerd en ouders zijn vaak gechoqueerd als hun kind blijkt te blowen. Dingen doen die niet mogen, is van alle tijden. Socrates in de 5e eeuw voor Christus klaagde al over de jongeren van zijn tijd. Dat betekent echter niet dat we het jongeren zo gemakkelijk moeten maken. Het blowen in tussenuren of pauzes is gemakkelijk te vermijden door coffeeshops in de buurt van scholen niet toe te staan.

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
Open je boek Op Niveau.
Ga naar Blok 1: Lezen 
Blz. 43

Samen lezen we de tekst op blz. 43
Waarom is iemand links- of rechtshandig?

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag!
Log in bij LU.
Ga naar: BL les 2

  • Maak vraag 1 t/m 14 op slide 12 t/m 25 bij de tekst
Waarom is iemand links- of rechtshandig? (blz. 43 van de methode)
  • Maak: de tot-slotvraag op slide 27

Slide 11 - Diapositive

1. Wat is het tekstdoel?

Slide 12 - Question ouverte

2. Tot welke tekstsoort behoort deze tekst?

Slide 13 - Question ouverte

3. Waarover krijg je als lezer uitleg?

Slide 14 - Question ouverte

3. Op welke manier(en) trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?

Slide 15 - Question ouverte

5. Waarnaar verwijst 'dat' (r. 5)?

Slide 16 - Question ouverte

6. Waarnaar verwijst 'dat' (r.6)?

Slide 17 - Question ouverte

7. Waanaar verwijst 'die' (r. 14)?

Slide 18 - Question ouverte

8. Schrijf de kernzin van alinea 3 op.

Slide 19 - Question ouverte

9. Zijn de overige zinnen van alinea 3 een toelichting of een voorbeeld?

Slide 20 - Question ouverte

10. Bedenk een passend tussenkopje voor alinea 2.

Slide 21 - Question ouverte

11. Bedenk een passend tussenkopje voor alinea 3.

Slide 22 - Question ouverte

12. Is de laatste alinea een goede slotalinea? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Question ouverte

13. Past de titel goed bij de tekst? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 24 - Question ouverte

14. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 25 - Question ouverte

Tot slot:
Beschrijf deze les in 3 t/m 5 zinnen.

Slide 26 - Question ouverte