10.4 Hefbomen 4 april

Welkom vandaag, 4 april 
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
  • sommen oefenen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond



Pak pen en papier en je boeken 
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom vandaag, 4 april 
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
  • sommen oefenen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond



Pak pen en papier en je boeken 

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 10 over hebben?
9.1 - Je lijf werkt
9.2 - Het eten verteert
De appel opdracht
9.3 - Je ademt
10.4 - Hefbomen

9.5 - Goed geregeld
Opgaven 
opdracht 1 t/m 14 van 9.1
opdracht 1 t/m 27 van 9.2
opdracht 1 t/m 6 van 9.3
opdracht 7 t/m 14 van 9.3
opdracht 1 t/m 17 van 10.4

Opdracht 1 t/m 8 van 9.5
Opdracht 9 t/m 13 van 9.5


Deze week

HA2a
Proefwerk H10  10 mei (week 19)

Nu  week 14

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet 
wat een hefboom is en wat je ermee kunt
(met een kleine kracht een grote kracht maken)
dat een hefboom een draaipunt heeft

de hefboomregel
je kunt rekenen en tekenen met de hefboomregel

Slide 3 - Diapositive

10.4 Hefbomen!

Slide 4 - Diapositive

Wat is een hefboom?


Een draaipunt met een korte en een lange arm. 

Slide 5 - Diapositive

De arm (L1 en L2) is de afstand van de kracht tot het draaipunt. De kracht (F1 en F2) in newton
Formule: F1*L1=F2*L2

F1 en F2 kracht in newton
L1 en L2  afstand in dezelfde eenheid 
L2
L1
F1
F2

Slide 6 - Diapositive

Hefboom
Formule: F1*L1=F2*L2
F1 en F2 kracht in newton
L1 en L2  afstand in dezelfde eenheid 

Slide 7 - Diapositive

        De hefboomregel
     linksom                                                                                          rechtsom




                                                  evenwicht
Berekenen of de hefboom
 wel of niet in evenwicht is

Slide 8 - Diapositive

Elke hefboom heeft een draaipunt:
Bij beweging blijft het draaipunt op zijn plek.

Slide 9 - Diapositive

Is deze hefboom in evenwicht?
Kracht
afstand tot draaipunt
1. 200 N
2 m
2. 400 N
1 m
Formule: F1*L1=F2*L2
F1 en F2 kracht in newton
L1 en L2  afstand in dezelfde eenheid 
Schematisch tekenen: 
draaipunt: dikke stip; 
krachten op schaal

Slide 10 - Diapositive

Plan van aanpak voor berekeningen met hefbomen
  1. Lees de vraag goed, waar moet je antwoord(en) op geven?
  2. Wat is bekend (wat gegeven wordt in de opgave). Kloppen eenheden?
  3. Maak een schets.
    - draaipunt: dikke stip;
    - krachten/afstanden op schaal (VB 1 cm = 50 N en  1 cm = 1 meter)
  4. Bereken en geef antwoord op de vraag. Denk aan de eenheden!

Slide 11 - Diapositive

Is deze hefboom in evenwicht?
Kracht
afstand tot draaipunt
1
20 N
0.5 m
2
10 N
1 m
Formule: F1*L1=F2*L2
F1 en F2 kracht in newton
L1 en L2  afstand in dezelfde eenheid 
Tekenen
Plan van aanpak:
1. Waar moet je antwoord op geven
2. Wat weet je? Kloppen eenheden?
3. Tekenen: kies een handige schaal
4. Formule invullen, denk aan juiste eenheden!
Docent

Slide 12 - Diapositive

Is deze hefboom in evenwicht?
Kracht
afstand tot draaipunt
1
20 N
1 dm
2
15 N
2 dm
Formule: F1*L1=F2*L2
F1 en F2 kracht in newton
L1 en L2  afstand in dezelfde eenheid 
Tekenen
Plan van aanpak:
1. Waar moet je antwoord op geven
2. Wat weet je? Kloppen eenheden?
3. Tekenen: kies een handige schaal
4. Formule invullen, denk aan juiste eenheden!
Docent+ leerlingen

Slide 13 - Diapositive

Is deze hefboom in evenwicht?
Kracht
afstand tot draaipunt
1
100 N
4 m
2
50 N
8 m
Formule: F1*L1=F2*L2
F1 en F2 kracht in newton
L1 en L2  afstand in dezelfde eenheid 
Tekenen
Plan van aanpak:
1. Waar moet je antwoord op geven
2. Wat weet je? Kloppen eenheden?
3. Tekenen: kies een handige schaal
4. Formule invullen, denk aan juiste eenheden!
Leerlingen

Slide 14 - Diapositive

Is deze hefboom in evenwicht?
Kracht
afstand tot draaipunt
1
2 kg
50 cm
2
1 kg
1 m
Formule: F1*L1=F2*L2
F1 en F2 kracht in newton
L1 en L2  afstand in dezelfde eenheid 
Tekenen
Plan van aanpak:
1. Waar moet je antwoord op geven
2. Wat weet je? Kloppen eenheden?
3. Tekenen: kies een handige schaal
4. Formule invullen, denk aan juiste eenheden!
Leerlingen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Het antwoord
Op de volgende dia

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Meer oefenen
Maken opgaven uit het boek vanaf bladzijde 33:
opgave 9, 12, 14, 15, 16, 18, 19, 20



Hoe?
Gebruik het plan van aanpak
Gebruik de kennis van je buur
of help je buur met jouw kennis 
Vraag de docent 
Kom langs bij daltonlessen
Plan van aanpak:
1. Waar moet je antwoord op geven:  lees goed
2. Wat weet je? Kloppen eenheden?
3. Tekenen: kies een handige schaal
4. Formule invullen, denk aan juiste eenheden!
5. Uitrekenen, check met nummer 1.

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Lezen  blz 105
Nu maken opgave 11-12-13 bespreken tijd:
Maken 10.5 opgave 1 t/m 13
Klaar?
Antwoorden nakijken en eventueel verbeteren.

Filmpjes bekijken zie ItsLearning 
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Als de tegenwerkende kracht net zo groot is, is er evenwicht.
De hoeveelheid is evengroot, maar de richting precies tegengesteld.
-> Wanneer zijn twee krachten in evenwicht?
De nettokracht = nul

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Als spierkracht niet genoeg is? Hefboom!


Als spierkracht niet genoeg is, schakel je een hefboom in!

Slide 25 - Diapositive

Zwaartekracht
Veerkracht
Spankracht

Slide 26 - Question de remorquage

Een meisje en jongen duwen (bron 1 blz 105), maar de handen komen niet in beweging.
Wat kun je zeggen over de duwkracht van de jongen en meisje?
A
Duwkracht jongen is groter dan van meisje
B
Duwkracht meisje is groter dan van jongen
C
Duwkracht van jongen is net zo groot als die van meisje

Slide 27 - Quiz

De hefboomregel

Slide 28 - Diapositive

Heb je nog vragen?
schrijf ze op en stel ze aan je docent.

Slide 29 - Carte mentale

11 (blz 27) Damstenen op een liniaal

Slide 30 - Diapositive

Welkom vandaag
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond
PC heb je nodig voor het inloggen bij ItsLearning.


Proefwerk 
Presentatie? 
2 juni H10 (10.1 t/m 10.5)
28 juni H11 (openboek)

Begin met lezen
Blz 100 over zwaarte kracht:
Zwaarte kracht op 1 kg= 10 N
Of N= gewicht (kg)X 10
Blz 107 Evenwicht uitrekenen
timer
5:00

Slide 31 - Diapositive

Wat weet je al of nog?
Inloggen met je eigen naam en 
maximaal 2 icoontjes (plaatjes)
timer
1:00
Let op de timer!

Slide 32 - Diapositive

Hoe groot is de zwaartekracht op een voorwerp met een massa van 10 kg?
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 

Slide 33 - Question ouverte

zwaartekracht
De aarde trekt voorwerpen aan met de zwaartekracht
Op een voorwerp van 1 kg werkt een zwaartekracht van 10 N 
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 

Slide 34 - Diapositive

Krachten Tekenen

Slide 35 - Diapositive

Een kracht tekenen we met behulp van een vector.
Een vector is een pijl met 3 eigenschappen.
Deze pijl heeft een :
  - aangrijpingspunt: punt waar de kracht op het
      voorwerp werkt
  - richting: richting waarin de kracht werkt
  - lengte: grootte van de kracht

Slide 36 - Diapositive

Tekenen op schaal 

De lengte van de pijl is afhankelijk van de grootte van de kracht.

Bijvoorbeeld
1 cm =  10 N dan is een kracht van 100 N: 10 cm
1 cm = 20 N dan is een kracht van 100 N

Slide 37 - Diapositive

Tekenen van krachten.
De schaal is 1 cm = 20 N
Hoeveel Newton is 3 cm?

Slide 38 - Question ouverte

Hoe zwaar is een voorwerp wanneer de zwaartekracht 150 N is?
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 

Slide 39 - Question ouverte

Tekenen van krachten.
De schaal is 1 cm = 20 N
Hoeveel cm is 100 N?

Slide 40 - Question ouverte

12 (blz 27) Hond en dame op een wip

Slide 41 - Diapositive

13 (blz 28) Hond en dame op een wip

Slide 42 - Diapositive

Heb je nog vragen?
schrijf ze op en stel ze aan je docent.

Slide 43 - Carte mentale

Nabespreken opgave 1 t/m 4

Slide 44 - Diapositive

Huiswerk
  • KGT: bestudeer:  "-> Hoe vergroot je je kracht?" (blz 106)
  • BB: bestudeer: "-> Hoe werkt een hefboom?" (blz 34)
  • HV: bestudeer: "-> Hoe vergroot je je kracht?" (blz 116)

(Bestuderen is zo goed lezen dat je begrijpt wat je leest)

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive