Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Sonnet
Een gedicht dat bestaat uit veertien regels, die zijn verdeeld over vier strofen. De eerste twee strofen elk uit vier regels, de laatste twee strofen elk uit drie.
4, 4, 3, 3
Slide 2 - Diapositive
Een sonnet heeft een strak rijmschema.
abba, abba, cdc, cdc
Tussen de eerst twee strofen en de laatste twee strofen zit een wending.
Dit is een vaak een tegenstelling.
Slide 3 - Diapositive
Beeldsonnet
Slide 4 - Diapositive
Beeldsonnet
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel regels heeft een beeldsonnet?
A
4
B
7
C
12
D
14
Slide 6 - Quiz
Hoeveel strofen heeft een beeldsonnet?
A
1
B
3
C
4
D
14
Slide 7 - Quiz
Welke uitspraak is waar?
A
De eerste twee strofen hebben elk acht regels en de laatste twee strofes hebben elk zes regels.
B
De eerste twee strofen hebben elk vier regels en de laatste twee strofes hebben elk drie regels.
Slide 8 - Quiz
Lees op de volgende slide het sonnet 'tuk tuk'.
Noteer tijdens het lezen
het rijmschema van
strofe 2, 3 en 4.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat is het rijmschema van strofe 2, 3 en 4?
Slide 11 - Question ouverte
a
b
b
a
Strofe 1
Strofe 2
Strofe 3
Strofe 4
Slide 12 - Diapositive
a
b
b
a
Strofe 1
Strofe 2
Strofe 3
Strofe 4
a
b
b
a
c
d
e
c
d
e
Slide 13 - Diapositive
Wat is een 'tuk tuk'?
Slide 14 - Question ouverte
Waarom moet je 'tuk tuk' uitspreken als 'toek toek'?
Slide 15 - Question ouverte
Noteer twee woorden uit het gedicht die je anders uitspreekt dan dat je ze schrijft.
Slide 16 - Question ouverte
Leg uit dat 'zelfs ambtenaren tukken' (laatste regel) twee betekenissen heeft.