Thema 1 B4

Welkom
Mobiel in de mobieltas
Ga rustig zitten
Laptop/tekstboek op tafel
Neem voor je: Blz. 13
timer
1:00
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Mobiel in de mobieltas
Ga rustig zitten
Laptop/tekstboek op tafel
Neem voor je: Blz. 13
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Hoe noem je iets dat geen levensverschijnselen meer vertoont?

A
dood
B
levend
C
levenloos

Slide 2 - Quiz

Hoeveel levensverschijnselen zijn er?
A
10
B
5
C
7
D
4

Slide 3 - Quiz

Als je het warm krijgt begin je te zweten. Dit is een voorbeeld van levensverschijnsel ..
A
Uitscheiden
B
Ademhalen
C
Voeden
D
Bewegen

Slide 4 - Quiz

Hiernaast zie je een komkommer. Wat voor een doorsnede is dit?
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede

Slide 5 - Quiz

Wat voor een soort tekening is de vlinder hiernaast?
A
Schematische tekening
B
Natuurgetrouwe tekening

Slide 6 - Quiz

Nut van tabellen en grafieken
  1. Gegevens overzichtelijk
  2. Informatie makkelijk opzoeken
  3. Het verband tussen twee invloeden is overzichtelijk.

Slide 7 - Diapositive

Het maken van een tabel...
Stap 2
In de bovenste rij noteer je vaak de tijd.
Achter de tijd zet je de eenheid. De eenheid geeft aan wat het cijfer voorstelt. Of het cijfer in dagen, weken of jaren is bijvoorbeeld.


Stap 3
Zet in de tweede rij wat je hebt gemeten. Wanneer je lengte van een klein plantje hebt gemeten, noteer je in deze rij het woord: lengte.
Achter de lengte zet je weer de eenheid. Bv. dm / cm / mm
Stap 4
Vul de tabel in.
Noteer nu de gemeten cijfers in de rijen.
Het maken van een tabel...
Stap 1
Je begint met het trekken van de lijnen van de tabel.
Er ontstaan dan vakjes die je rijen en kolommen noemt.
Een rij zijn vakjes van links naar rechts.
Een kolom zijn vakjes van boven naar onderen.

Slide 8 - Diapositive

Je houdt elke dag bij hoeveel eieren zijn uitgekomen. 
Op dag 1 komt geen enkel ei uit. 
Op dag 2 komen 3 eieren uit.
Op dag 4 komen 2 eieren uit.
Op de 5e dag komt er nog 1 ei uit.
Op de 6e dag komt geen enkel ei uit.
Zet deze gegevens juist in de tabel
1         2         3       4      5       6
Tijd (dagen)
Aantal eieren uitgekomen
0
3
5
6
3
Tijd (uren)
Dagen (tijd)
1
2
2
6
4

Slide 9 - Question de remorquage

Aan de slag
Herhaal: bekijk de filmpjes bij opdracht 10 en 11
Maak: Opdracht 10 en 11
Controleer: Neem samen met je buur de
opdrachten door. Kijk wat er mis is gegaan.

Klaar: Ruim je spulletjes op en ga lezen.

timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive