8.2 Een nieuwe samenleving

1 / 29
suivant
Slide 1: Lien
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

NEDERLAND INDUSTRIALISEERT
- Vanaf 1870 worden in de oude bedrijfstakken (textielnijverheid,
  metaalnijverheid en de papierindustrie) stoommachines ingezet (ipv
  handwerk en/of windmolens)

- betere infrastructuur (spoorlijnen, kanalen)

- groeiende bevolking:
  * tot 1870: 2 miljoen inwoners (serdert) eeuwen
  * in 1880:  4 miljoen
  * in 1920:  7 miljoen

Slide 2 - Diapositive

Bouw van de eerste sluizen in het Noordzeekanaal bij IJmuiden, 1872.

Slide 3 - Diapositive

ECONOMISCHE GROEI 1850-1900

- Daling van de werkeloosheid

- Stijging levensstandaard:
  * in 1850 werd 70% van het inkomen besteed aan voedsel
    (vooral aardappels, brood en vet)
  * In 1900 ging 50% van het budget op aan voedsel (groter
    assortiment: kaas, melk, vis, vlees, koffie,  thee en tabak)
  * bevrijding armoedecyclus, ontstaan kostwinnersmodel

Slide 4 - Diapositive

GROEI GAAT SCHOKSGEWIJS

- Landbouwcrisis in jaren tachtig
  (markt overspoeld met
  goedkoop Amerikaans vlees en
  graan)
- massale trek naar de stad vanuit het
  platteland
- conjunctuurschommeling leidde tot
  ontslagen
- onlusten, bijvoorbeeld Palingoproer
  in Amsterdam (1886 met 26 doden)

Slide 5 - Diapositive

Aanleg riolering op Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam (1884)
Na enkele uitbraken van cholera zagen de stadsbestuurders in, dat hun taak verruimd moest worden, dat zij verantwoordelijk waren voor de hygiëne in de stad

Slide 6 - Diapositive

Woonomstandigheden
-snelle urbanisatie
- woningen uit de grond gestampt
- geen overheidstoezicht

Slide 7 - Diapositive

Werkomstandigheden
- lange werktijden
- gevaarlijk en ongezond werk
- geen overheidstoezicht
- lage lonen
- kinderarbeid

Slide 8 - Diapositive

Belangrijk in de strijd tegen misstanden was de schrijver J.J. Cremer.

Zijn bekendste novelle is Fabriekskinderen (1863), geschreven als aanklacht tegen de kinderarbeid (zie bron 12).
Ook een flink aantal fabrikanten was tegen kinderarbeid. Toch namen zij kinderen in dienst. Leg uit waarom.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Beschavings-offensief hogere burgerij om neergang samenleving te voorkomen

Slide 11 - Diapositive

NA PALINGOPROER NIEUWE INZICHTEN REGERING:

- Parlementaire enquete over toestanden in de fabrieken (1887)
  met de daaruit voortvloeiende sociale wetten:

 * 1889: Arbeidswet
 * en kort daarna de ongevallenwet, de woningwet en de
   leerplichtwet

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

- Structurele aanpak armoedeprobleem (in 1816 leefde 10%
  van de bevolking van liefdadigheid)
- Landbouwkolonies voor paupers (op vrijwillige basis).
  Ideaal en werkelijkheid
- Vervolgens de 'onvrije kolonies' voor kladlopers, vondelingen
  en wezen. Hier heerste een nog strengere tucht. 
Naar schatting 100.000 mensen hebben zo’n heropvoeding ondergaan in een van de zeven Koloniën van Weldadigheid. Ongeveer één miljoen huidige Nederlanders stamt van hen af.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Economie en Adam Smith:
- Adam Smith(1723-1790)
- Bekendste econoom uit de 18e eeuw
- Grondlegger klassiek liberalisme
- Schreef boek "The wealth of nations"
- Betoog dat de overheid zo min mogelijk met de handel      en nijverheid moet bemoeien
- Anders wordt het mechanisme van vraag en aanbod                verstoord
- Je moet vrijheid hebben om met je verstand te kunnen          beslissen over je eigen belangen in de economie."
- Overheid moet de markt zijn werk laten doen ("Laissez          Faire")
- Een “onzichtbare hand” houd namelijk alles in de                     economie in evenwicht. 

Gevolgen voor 19e eeuw: ontstaan van de sociale kwestie

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Antwoorden vanuit de eigen kring
Oprichting VAKBONDEN,
maar...
- lange tijd verboden door de overheid (in Nederland tot 1871
- leden werden vaak ontslagen

Slide 18 - Diapositive

De chartisten
  • Roep om hervormingen:
  • 'People's charter' > chartisten (1838):
  • - algemeen mannenkiesrecht
  • - jaarlijks geheime verkiezingen
  • - uitbreiding passief kiesrecht
  • - vergoeding parlemenstleden
  • - verdere herindeling kiesdistricten
  • - jaarlijkse verkiezingen parlement
  • Beweging zakte in door:
  • sociale wetgeving + andere actoren
William Lovett
gematigde leider

Feargus O"Connor,
de radicale activist
De heersers in Engelqnd vreesden een revoluties zoals die in Frankrijk had plaastgevonden. 
Vooral hard politieoptreden moest dit voorkomen 

Slide 19 - Diapositive

Op 4 november 1839 probeerde een groep arbeiders een gearresteerde Chartistenleider te bevrijden in Newport (Zuid-Wales).

Bij dit incident werden 10 chartisten doodgeschoten en bleven 'de dienders' ongedeerd.

Deze afbeelding verscheen in veel kranten.
Wat valt je op?

Slide 20 - Diapositive

Aanbieding 3e petitie in revolutiejaar 1848.

De actie ging met een schandaal ten onder. De organisatie beweerde dat 6 miljoen mensen de petitie ondertekend hadden. Al snel kwam uit dat dit bedrog was. In feite hadden minder dan twee miljoen mensen hun handtekening gezet.
Ook de landelijke stakingen mislukten, omdat het uithoudingsvermogen van de regering en de fabrikanten groter was dat dat van de arbeiders.
Veel opgepakte chartisten werden naar Australië verbannen
Het inwilligen van veel van de eisen van de chartisten plus een verbeterde sociaal-economische positie zorgde in Engeland voor betrekkelijke rust in het tweede deel van de 19e eeuw

Slide 21 - Diapositive

Voor velen een lichtpuntje, voor anderen een nachtmerrie

Slide 22 - Diapositive

Klassenstrijd

* strijd tussen bezitters en niet-bezitters
* in 19e eeuw: Rijke burgerij (bourgeoisie) tegen de arbeiders (proletariaat)
* zou eindigen wanneer productiemiddelen in handen van het volk zou komen

Slide 23 - Diapositive

Marx: wetenschappelijk socialisme

- de rijken worden steeds rijker, de armen steeds armer... (Verelendung)
- het kapitalisme zal vanzelf instorten (crisis)
- het proletariaat zal de macht overnemen (revolutie) en tijdelijk een dictatuur vestigen
- uiteindelijk zal de heilstaat bereikt worden (productiemiddelen gemeenschappelijk bezit)
 


Slide 24 - Diapositive

Na zijn dood (1883) bleken niet alle voorspellingen uit te komen:
- werktijden werden korter
- lonen werden hoger

Oude uitspraak klopt niet meer dat 'arbeiders niets te verliezen hebben dan hun ketenen'.

Slide 25 - Diapositive

Er ontstaat verschil van mening over de manier waarop het doel bereikt moet worden:

Communisten: houden vast aan de revolutie

Socialisten/Sociaaldemocraten willen de heilstaat bereiken via de weg van de politiek: strijden voor algemeen kiesrecht

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo