8.2 Een nieuwe samenleving

8.2 Woonomstandigheden
-snelle urbanisatie
- woningen uit de grond gestampt
- geen overheidstoezicht
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

8.2 Woonomstandigheden
-snelle urbanisatie
- woningen uit de grond gestampt
- geen overheidstoezicht

Slide 1 - Diapositive

Werkomstandigheden
- lange werktijden
- gevaarlijk en ongezond werk
- geen overheidstoezicht
- lage lonen
- kinderarbeid

Slide 2 - Diapositive

Belangrijk in de strijd tegen misstanden was de schrijver J.J. Cremer.

Zijn bekendste novelle is Fabriekskinderen (1863), geschreven als aanklacht tegen de kinderarbeid (zie bron 12).

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Beschavings-offensief hogere burgerij om neergang samenleving te voorkomen

Slide 5 - Diapositive

Waarom deed de overheid weinig om de situatie te veranderen?
A
Ze vond dat ze al genoeg deed
B
Ze vond dat ze zo de economie verstoorde
C
Ze had te weinig belastinginkomsten
D
Nederland zat in een economische crisis

Slide 6 - Quiz

Wie probeerden wel om arbeiders te helpen?
A
Ziekenhuizen
B
Fabrikanten
C
Gemeentes
D
Individuele burgers

Slide 7 - Quiz

Waarom groeiden steden explosief?
A
Betere vervoersmogelijkheden
B
Goedkopere leefomstandigheden
C
Hongersnood op het platteland
D
Industrialisatie

Slide 8 - Quiz

Economie en Adam Smith:
- Adam Smith(1723-1790)
- Bekendste econoom uit de 18e eeuw
- Grondlegger klassiek liberalisme
- Schreef boek "The wealth of nations"
- Betoog dat de overheid zo min mogelijk met de handel      en nijverheid moet bemoeien
- Anders wordt het mechanisme van vraag en aanbod                verstoord
- Je moet vrijheid hebben om met je verstand te kunnen          beslissen over je eigen belangen in de economie."
- Overheid moet de markt zijn werk laten doen ("Laissez          Faire")
- Een “onzichtbare hand” houd namelijk alles in de                     economie in evenwicht. 

Gevolgen voor 19e eeuw: ontstaan van de sociale kwestie

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Antwoorden vanuit de eigen kring
Oprichting VAKBONDEN,
maar...
- lange tijd verboden door de overheid (in Nederland tot 1871
- leden werden vaak ontslagen

Slide 11 - Diapositive

De chartisten
  • Roep om hervormingen:
  • 'People's charter' > chartisten (1838):
  • - algemeen mannenkiesrecht
  • - jaarlijks geheime verkiezingen
  • - uitbreiding passief kiesrecht
  • - vergoeding parlemenstleden
  • - verdere herindeling kiesdistricten
  • - jaarlijkse verkiezingen parlement
  • Beweging zakte in door:
  • sociale wetgeving + andere actoren
William Lovett
gematigde leider

Feargus O"Connor,
de radicale activist

Slide 12 - Diapositive

Voor velen een lichtpuntje, voor anderen een nachtmerrie

Slide 13 - Diapositive

Klassenstrijd

* strijd tussen bezitters en niet-bezitters
* in 19e eeuw: Rijke burgerij (bourgeoisie) tegen de arbeiders (proletariaat)
* zou eindigen wanneer productiemiddelen in handen van het volk zou komen

Slide 14 - Diapositive

Marx: wetenschappelijk socialisme

- de rijken worden steeds rijker, de armen steeds armer... (Verelendung)
- het kapitalisme zal vanzelf instorten (crisis)
- het proletariaat zal de macht overnemen (revolutie) en tijdelijk een dictatuur vestigen
- uiteindelijk zal de heilstaat bereikt worden (productiemiddelen gemeenschappelijk bezit)
 


Slide 15 - Diapositive

Na zijn dood (1883) bleken niet alle voorspellingen uit te komen:
- werktijden werden korter
- lonen werden hoger

Oude uitspraak klopt niet meer dat 'arbeiders niets te verliezen hebben dan hun ketenen'.

Slide 16 - Diapositive

Er ontstaat verschil van mening over de manier waarop het doel bereikt moet worden:

Communisten: houden vast aan de revolutie

Socialisten/Sociaaldemocraten willen de heilstaat bereiken via de weg van de politiek: strijden voor algemeen kiesrecht

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Waarom werden vakbonden verboden?
A
Ze riepen op tot geweld
B
Ze riepen op tot een revolutie
C
Ze belemmerden de vrije economie
D
Ze belemmerden het productieproces

Slide 21 - Quiz

Hoe heet een beweging die opkomt voor gelijke rechten?
A
Nationalisatie
B
Liberalisatie
C
Socialisatie
D
Emancipatie

Slide 22 - Quiz