Werkbegeleiding les 2

• Algemeen
• Beroepsopleiding

Werkbegeleiding les 2

• Multitasken
• Leerdoelen formuleren
• Gespreksvoering
• Roos van Leary
• Evalueren 

• Wat weten we nog van les 1?

Multitasking

1. Lukte het de opdracht uit te voeren?
2. Waar ging het mis?
3. Waardoor ging het mis? 

Conclusie:

• Het is moeilijk alles tegelijk te doen
• Dus doseren en structureren zijn heel belangrijk. 

Structureren en doseren.
Bij het verstrekken van informatie of instructie aan een leerling is het van belang dat de werkbegeleider...

1. een selectie maakt van de hoeveelheid informatie
2. alleen informatie verstrekt die nodig is
3. eenduidige informatie/uitleg geeft
4. alles verteld wat hij/zij weet

Probeer te achterhalen 

wat er aan de hand is.

         Gespreksvaardigheden

Wat helpt om goed te kunnen begeleiden?

Het is handig als je:

• Actief kunt luisteren
• De juiste soorten vragen stelt
• LSD toepast
• Op de juiste wijze feedback kunt geven
• De student helpen met reflecteren

Welke soort vragen ken je?

Gesloten vragen

Is het zwart of wit? Heb je de client verzorgd?

Ben je getrouwd? Heb je kinderen?

Vind je het leuk?

Hoe laat is het?

Dit zijn vragen waarop je met een woord kan antwoorden of met ja of nee kan antwoorden. Ze beginnen vaak met een werkwoord.

Open vragen

Wat doe je in zo'n geval?

Hoe is de sfeer op  de afdeling?

Wat vind je daarvan?

Doorvragen

Kun je dat toelichten?

Kun je een voorbeeld geven?

Wat bedoel je precies?

Waarom is het belangrijk om samen te vatten?

1. informatie van een ander op een rijtje krijgen
2. voorkomt dat je gedachten afdwalen
3. de ander merkt dat je echt luistert
4. je merkt of je de ander goed begrepen hebt

casus 

Je werkt samen met de stagiaire bij de bewoner/klant. De stagiaire bereidt een blaascatheterisatie voor.

Je ziet dat de stagiaire geen steriel veld creërt.

Hoe zou jij de stagiaire aanspreken?

A: Direct: Ik heb het je al 3x voorgedaan en verteld dat je een steriel veld moet gebruiken.

B: Direct: Ik zie dat je het fout doet. Ik doe het nogmaals voor.

C: neem leerling apart; Ik zie dat je geen steriel veld maakt. Weet je nog wat ik daarover heb uitgelegd?

D: neem leerling apart: ik heb je uitgelegd waarom je een steriel veld moet maken. Begrijp je het belang? Ik ben bezorgd dat de klant een infectie oploopt.

Je ziet dat de stagiaire geen steriel veld creëert.
Hoe zou jij de stagiaire aanspreken?

1. Direct: Ik heb het je al 3x voorgedaan................
2. Direct: Ik zie dat je het fout doet. Ik doe het nogmaals voor.
3. neem leerling apart; Ik zie dat je geen steriel veld maakt. Weet je nog wat ik daarover heb uitgelegd?
4. neem leerling apart: ik heb je uitgelegd waarom je een steriel veld moet maken. Begrijp je het belang? Ik ben bezorgd dat de klant een infectie oploopt.

Feedback

Is niet: interpreterend / oordelend

is wel: feitelijk, concreet waargenomen gedrag gericht op gedrag dat veranderd kan worden.

informatie over houding, gedrag en effect op anderen.

Hoe feedback geven?

1. Beschrijf in ik-vorm concreet waargenomen gedrag
2. Geef aan welke emotie dat gedrag bij jou oproept
3. Vertel het effect van dat gedrag op jou
4. Vraag reactie 

Geef feedback op

1. Aanwezigheid:
   In de afgelopen 2 weken is de leerling 15 minuten eerder naar huis gegaan zonder overleg met jou.
2. Attitude:
   De leerling spreekt de klant regelmatig met je/jij aan.
3. Zelfstandigheid:De leerling werkt al 4 weken maar doet niets uit zichzelf wacht steeds opdrachten af.

Geef feedback conform de 4 regels van feedback geven.

Voorbeeld

1. Nu heb je je twee keer niet aan de samen gemaakte afspraken gehouden.
2. Daardoor krijg ik het gevoel dat je zegt erachter te staan, maar dit in werkelijkheid niet zo is.
3. Daar word ik achterdochtig van.
4. Ik wil graag je reactie hierop horen. 

Feedback?

Tips en tops...

Roos van Leary

Verschillende rollen:

Samen( helpend, meewerkend)

Tegen (opstandig, aanvallend)

Boven (leidend of concurrerend)

Onder (afhankelijk-hulp vragend, teruggetrokken, met rust gelaten worden)