herhaling verschuiven spiegelen draaien

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

Verklaar het beeld van een vlakke figuur als resultaat van een verschuiving, spiegeling of rotatie

Welke transformaties worden er met het hondje uitgevoerd?

1. verschuiving volgens een vector
2. spiegeling om een rechte
3. draaien om een punt over een hoek
4. spiegeling om een punt

Je leest? (in woorden)

s​a​​(H)=M

1. verschuiving volgens een vector
2. spiegeling om een rechte
3. draaien om een punt over een hoek
4. spiegeling om een punt

Je leest? (in woorden)

s​O​​(H)=M

1. verschuiving volgens een vector
2. spiegeling om een rechte
3. draaien om een punt over een hoek
4. spiegeling om een punt

Je leest? (in woorden)

t​​XY​⃗​​​​(H)=M

1. verschuiving volgens een vector
2. spiegeling om een rechte
3. draaien om een punt over een hoek
4. spiegeling om een punt

Je leest? (in woorden)

r​(P,50°)​​(H)=M

Bij draaien controleren :

• De punten A en B liggen
   even ver van punt M
• De hoek           heeft de
   juiste grootte
• de draaizin
  (wijzerzin of tegenwijzerzin)

​AMB​^​​

Punt D is het spiegelbeeld van
punt E om punt P.
Verklaar!

Extra oefeningen