Palliatieve zorg klinische les

Palliatieve zorg klinische les
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Palliatieve zorg klinische les

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie over palliatieve zorg?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie over de palliatieve fasen?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve fasen
1e fase: Ziektegericht - De ziekte wordt behandeld, maar er is geen genezing mogelijk. Kwaliteit van leven staat centraal.

2e fase: Symptoomgericht - In deze fase staat verlichten en onder controle houden van symptomen centraal. Er kunnen nieuwe klachten ontstaan of bestaande klachten kunnen verergeren. Er worden beslissingen genomen over het levenseinde.

3e fase: Stervensfase - De aandacht verschuift van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. Deze fase is kort, vindt plaats in de laatste dagen voor het overlijden. Iemand is terminaal.

4e fase: Nazorg - Iemand is overleden. In deze fase vindt de nazorg plaats. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase 1 - ziektegericht
- Gericht op kwaliteit van leven.
- Ziekte en symptomen behandelen.
- Voorkomen en verlichten van bijwerkingen van behandeling van ziekte. 
- Wanneer de behandeling meer nadelen dan voordelen heeft voor de zorgvrager, zal overwogen worden deze te stoppen.
- Gezamenlijke besluitvorming en passende wijze van communiceren naar zorgvrager en diens naasten.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanuit welke 4 domeinen kijkt een zorgverlener naar iemand die palliatief is?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase 2 - symptoomgericht
- Focus op verlichten van symptomen. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort klachten kunnen zorgvragers
hebben? Noem voorbeelden.

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling symptomen
Je kunt symptomen met of zonder medicijnen behandelen. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pijn

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Pijn
Oorzaak: 
- Ziektebeeld
-  Angst/spanning
                                                                                                                                                                      
Wat te doen?:
- Pijnscores
- Warmtetherapie, toepassen van kou
- Massage
- Ontspanningsoefeningen
- Gerust stellen, luisterend oor bieden
- medicatie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benauwdheid

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Benauwdheid
Oorzaak: 
- psychisch
- anemie
- overgewicht
- astma
- COPD
- pneumonie
- longembolie

wat te doen?
- rechter op in bed
- luisterend oor bieden
- bespreken wat de benauwdheid kan laten afnemen
- behandeling van de oorzaak

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

angst

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Angst
Oorzaak:
- Iemand kant angst hebben voor de toekomst met het ziektebeeld
- Angst kan komen door voldoende kennis over ziektebeeld.
Iemand kan erg onzeker en angstig zijn voor het overlijden (stervensfase)
- Angst kan ook voorkomen bij een delier
Wat te doen?:
- Patiëntgerichte communicatie, pas je communicatiestijl aan naar patiënt
- Geef patiënten duidelijk en eerlijk informatie over hun ziektebeeld
- Betrek de naasten van de patiënt 
- Geestelijke verzorgers
- Lotgenotencontact

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

decubitus

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Decubitus
Oorzaak:
- Slechte voedingstoestand
- Bedlegerigheid
- Slechte bloedsomloop

Wat te doen?:
- Wisselligging
- Hielkussen / hielbeschermer
- Huidzorg
- Proshield
- AD matras

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dehydratie

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Dehydratie
Oorzaak:
- Minder tot niet in staat vocht tot zich te nemen
- Onvoldoende dorstprikkel
- Diarree


Wat te doen?:
- Stimuleren tot vochtinname
- Vochtbalans bijhouden, moet positief zijn
- Infuus
- In stervensfase wordt er vaak geen vocht meer toegediend.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Delier

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Delier
Oorzaak:
- Lichamelijke ontregeling
- Pijn

Wat te doen?:
- Behandeling oorzaak
- Rooming-in
- naar een 1 persoonskamer

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Misselijkheid, braken

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Misselijkheid en braken
Oorzaak:
- Angst, spanning, stress
- Medicatie
- Ziektebeelden
- Voeding

Wat te doen?:
- Wanneer mogelijk, oorzaak behandelen
- Dieet, voedingsadviezen
- Medicatie

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mondproblemen en
slikproblemen

Slide 27 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Mondklachten en slikproblemen
Oorzaak: 
- Vaak door dehydratatie of door ademen maar de mond niet bevochtigen


Wat te doen?:
- beperk roken
- lippen insmeren met een vocht inbrengende crème (biotene)
- goed drinken
- verhogen mondverzorging (preventie pneumonie)
- bij de stervende fase, de mocht en lippen bevochtigen met spray of gel

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase 3 - stervensfase
- De aandacht verschuift van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. 
- Deze fase is kort, vindt plaats in de laatste dagen (tot 7) voor het overlijden. 
- Iemand is terminaal.
- Palliatieve sedatie

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lichamelijke symptomen zie
je bij een zorgvrager in de stervensfase?

Slide 30 - Carte mentale

Onrust
Sufheid
Reutelen
Minder/niet plassen
Spitse neus
Gewichtsverlies
Gebrek aan eetlust / Stoppen met eten en drinken
Plotse algehele lichamelijke achteruitgang
Zwakte en bedlegerigheid



Tekenen van verminderde circulatie: 
Zwakke of afwezige pols. 
Verkleuring van de huid (marmering, circulatievlekken). 
Verminderde tot afwezige urineproductie. 
Verminderd bewustzijn. 

Toenemende en op enig moment onomkeerbare bewustzijnsdaling bij neurologische aandoeningen. 

> Maatschappelijk werker
> Rooming-in

> Dentaswabs
> Biotene gel
> Iemand rechter op zetten

> Wisselligging
> ad matras
> Observeren met meetinstrumenten
> Medicijnen
> Alternatieve therapie
Angst
Droge mond
Pijn
Decubitus
Benauwdheid

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een reden voor de reutelen bij iemand die op sterven ligt?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

zorgpad
- Stervensfase
- Melding
- Andere verslaglegging

Slide 33 - Diapositive

https://treant.zenya.work/portal/#/document/3d4f1eb1-ee03-499b-b398-c6b3bc0f9d6f

https://www.youtube.com/watch?v=AtCctkgDZdk


Wat is de definitie van palliatieve sedatie?

Slide 34 - Question ouverte

Palliatieve sedatie is het opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levensfase met als doel het lijden van de patiënt te verlichten. Bij ondraaglijk lijden door één of meer ernstige symptomen die onbehandelbaar (refractair) zijn, kan palliatieve sedatie ingezet worden. 
Wat zijn de meest voorkomende symptomen die aanleiding geven tot inzetten van palliatieve sedatie?
A
Pijn, dyspnoe
B
Pijn, delier, dyspnoe
C
Pijn, bleke huid, dyspnoe
D
Pijn, delier, dyspnoe, bleke huid

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve sedatie
- Opzettelijk verlagen van het bewustzijn tijdens laatste levensfase. 
- Sedatie kan continu, kortdurend (uren tot dag) of intermitterend worden toegepast. 
- Levensverwachting van 7 tot maximaal 10 dagen.

- Morfine of midazolam.
 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt palliatieve sedatie gegeven?
A
Subcutaan
B
Intraveneus
C
Subcutaan en intraveneus
D
Intramusculair

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase 4 - nazorg
- Aandacht voor nabestaanden
- CMO, postmortale zorg

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve waakkast en mand
De brug naar de springplank waar de bedden staan, deur links

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

sleepvraag !!!
nazorg
stervensfase
ziekte-
gericht
symptoom
bestrijding
Fase 2
Fase 1
Fase 3
Fase 4

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions