Kapitel 6: Wiederholung

De 4e naamval 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De 4e naamval 

Slide 1 - Diapositive

ich
du
wir
ihr
sie / Sie
er / sie / es
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie

Slide 2 - Question de remorquage

Persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval: 

Slide 3 - Diapositive

door
voor
zonder
om
tegen
tot
durch
ohne
für
bis
gegen
um

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Welk onderdeel van de zin staat altijd in de 4e naamval?
A
het onderwerp
B
het lijdend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Het lijdend voorserp
staat altijd in de 4e naamval 

Slide 7 - Diapositive

onderwerp
lijdend voorwerp
Ich 
liebe 
dich 

Slide 8 - Question de remorquage

onderwerp
lijdend voorwerp
Peter 
macht jeden Tag
die Hausaufgaben. 

Slide 9 - Question de remorquage

onderwerp
lijdend voorwerp
In der 2. Stunde 
habe 
ich 
Französich 

Slide 10 - Question de remorquage

onderwerp
lijdend voorwerp
Hast 
du 
den Mann
gesehen? 

Slide 11 - Question de remorquage

Zet de juiste vorm van de 4e naamval in:
Ich lese _____ Buch (o).
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 12 - Quiz

Der Lehrer begrüsst _____ Schüler (m):

A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 13 - Quiz

Der Lehrer begrüsst _____ Schülerin (v):

A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 14 - Quiz

Ich habe ein Geschenk für ______ Bruder (m)

A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 15 - Quiz

Welke vorm verandert in de 4e naamval?
A
mannelijke
B
vrouwelijke
C
onzijdige
D
meervoud

Slide 16 - Quiz

In welke vorm verandert 'der' in de 4e naamval?
Voorbeeld: Ich sehe _____ Mann.

Slide 17 - Question ouverte

Ist der 4e naamval schwierig?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage