Les 4 - Produceren

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Plattegrond

                                                                                  docent

Welkom bij Economie in B2

Periode 2 - Les 4

Produceren

Wat doen we deze les?

• Start + welkom
  
  


•  Opdrachten inkomensverschillen bespreken
• Instructie produceren

• Aan de slag!

Waarom inkomensverschillen?

Huiswerk bespreken

Huiswerk bespreken

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

• weet je welke 4 productiefactoren er zijn
• weet je welke beloningen er bij de productiefactoren horen
• weet je wat een bedrijfskolom is

Productiefactoren

• Kapitaal
  

• Arbeid
  

• Natuur
  

• Ondernemerschap
  

Kapitaal:

alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je langere tijd bij de productie gebruikt, zoals machines, gebouwen en voertuigen.

Arbeid:

de lichamelijke en geestelijke inspanningen die de mensen bij de productie leveren

Natuur:

Alles wat de natuur levert. Bijvoorbeeld de grond zelf, grondstoffen, aardolie en aardgas

Ondernemerschap:

de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt.

Vergoeding voor de productiefactoren

Kapitaal

Arbeid

Natuur

Ondernemerschap

huur, rente

loon

pacht

winst

de bedrijfskolom

Aan de slag!!!

• Maak in Learnbeat 2.3A
    Produceren
• Alles gemaakt? 

       Kijk je antwoorden kritisch na!

Let op:

Werk stil en zelfstandig aan de opdrachten.

Wat heb je geleerd?

Productiefactoren en de beloning

Om te produceren heb je productiefactoren nodig.

Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.

Combineer de productiefactoren met de beloningen.

Arbeid

Kapitaal

Natuur

Ondernemerschap

Loon

Huur

Pacht

Winst

Rente

Welke productiefactor?
120 stoelen en 25 tafels

1. Kapitaal
2. Arbeid
3. Natuur
4. Ondernemerschap

Welke productiefactor?
Besluiten om een
2e restaurant te openen

1. Kapitaal
2. Arbeid
3. Natuur
4. Ondernemerschap

Welke productiefactor?
25 mensen in de bediening

1. Kapitaal
2. Arbeid
3. Natuur
4. Ondernemerschap

In een bedrijfskolom loopt de .......
van boven naar beneden

1. goederenstroom
2. geldstroom