Ede 1e jaars 11 januari 2021

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

semana 6.1         hoy es martes

programa de hoy

1. repaso del alfabeto y pronunciación

2. dictado

3. getallen 1-20

4. ww. ser en tener

1.05-1.08 maken

Huiswerk was

leren ser + tener (socrative)

maken p. 21 woordjes 1.11 (socrative)

Voor nu:

Zelfstandig deze les door werken en het dictee onderaan maken. Inleveren in de chat.

0

Pronunciación

De regels van de uitspraak (huiswerk vorige week)

repaso pronunciación

C vóór de a, o, u = K (cosa, casa, cuba)

C vóór de e of i = th (thing)

ch = tsj

G vóór de a,o,u = zoals in goal

G vóór de e of i = zoals de ch in kachel

gue - gui

Guerra

Guiso

u wordt niet uitgesproken

pronunciación

h = niet uitgesproken

i = ie  zoals in fiets

J = keelklank ch zoals in kachel

LL = j (¿Cómo te llamas?)

ñ  = uitspraak nje

Qu spreek uit als K

bijvoorbeeld: 

Qué = Ké

¿Quién? = kjen

pronunciación

r = r

rr = rrrrrrrrr

U = oe (Cuba)

V = B (Valencia)

X = ks

pronunciación

Y = J   bijvoorbeeld yogur

Y betekent -en- spreek uit als -ie- bijv. Juan y Maria

Z = th zoals in thing bijvoorbeel zapato

¿Cómo se pronuncia?

1. mujer	6. cigüeña	11. Corrida	16.Gobierno
2. valiente	7. Cenicienta	12. Cuña	17. Girasol
3. agua	8. Ceniza	13. Ceriza	18. Ganar
4. Vicente	9. Canal	14. Cine	19. Guerra
5. jinete	10. Gel	15. Hijo	20. Cien

dictee 1 individueel

schrijf de woorden op die je hoort