Les 4: persoonsvorm v.t.

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4: persoonsvorm v.t.

Vandaag: korte uitleg, zelf opdrachten maken, nakijken. 

Boeken binnen?

Besteld?

Vorige keer... 

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de t.t? 

1. Zoek de stam.     2. Vul lopen in. 

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de v.t.?

Stap 1 

Sterk of zwak? 

Ik loop --> ik ..... 

Ik slaap --> ik .... 

Stap 1 

Sterk of zwak? 

Ik loop --> ik liep

Ik slaap --> ik sliep

Sterk: kan van klank veranderen.  

Zwak werkwoord?

Ik mis --> ik .... 
het gebeurt --> het.... 

Zwak werkwoord?

Ik mis --> ik miste
het gebeurt --> het gebeurde

Zwak werkwoord: kan niet van klant veranderen. 

Hoe schrijf je het zwakke werkwoord in de v.t.?

Stam + te(n)

Stam + de(n)

Twijfel? 't kofschip. 

Voorbeeld 1

lachen

Stam (-en eraf) = ik …..

Laatste letter = …

Zit de laatste letter in ‘t kofschip?  --> Dan +t!

Voorbeeld 2

Rennen

Stam (-en eraf) = ik …..

Laatste letter = …

Zit de laatste letter in ‘t kofschip? Nee?  --> d

Wat doe je met... 

Verhuizen --> ik ….

Vrezen --> de jongens …

Erven --> hij …

Verbazen --> de mensen ….

Verhuizen --> ik verhuisde

Vrezen --> de jongens vreesden

Erven --> hij erfde

Verbazen --> de mensen verbaasden

‘t kofschip

Maak opdrachten:

331 en 332

Klaar? Maak zelf 2 zinnen met een persoonvorm in de v.t. 

Ook afmaken: 321 + 322 + 323 + 324

Poster invullen regels spelling