bs 3.4 het uitscheidingsstelsel

1 / 22
suivant
Slide 1: Lien
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Jeltje is huisarts en beluistert bij haar patiënten regelmatig de hartslag met een stethoscoop. Bij elke hartslag hoort ze eerst een doffe toon die wordt gevolgd door een heldere toon.

Waardoor worden deze harttonen veroorzaakt?
Een bloedstolsel uit een beenader wordt met het bloed naar de longen vervoerd.

Welke delen van het hart is het stolsel daarbij gepasseerd?
Hoe heten de kleppen tussen de rechterkamer naar de longslagader?

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen


Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 3 - Diapositive

het uitscheidingsstelsel
bs 3.4

Slide 4 - Diapositive

Wat heeft uitscheiding met het thema bloed en bloedsomloop te maken? Geef in 1 minuut een antwoord op deze vraag. Ook als je het niet zeker weet.

Slide 5 - Question ouverte


Wat heeft uitscheiding met het thema bloed en bloedsomloop te maken?

Slide 6 - Diapositive

uitscheidingsorganen

Slide 7 - Diapositive

Nieren

Slide 8 - Diapositive

Nieren

Slide 9 - Diapositive

De nieren
  • De nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen/zouten en overtollig water
  • Dit samen heet urine

Slide 10 - Diapositive

Nierbekkens
In de nierbekkens wordt urine verzameld. Via de urinleleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas 
In de urineblaas wordt urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. 


Slide 11 - Diapositive

Doorbloeding nieren


hart -> 

aorta -> 

nierslagader ->   

haarvaten rond nierbuisjes  ->  nierader -> 

onderste holle ader -> 

hart




Slide 12 - Diapositive

Nier    
Niermerg en nefronen

Slide 13 - Diapositive

Elke dag wordt er  180 liter bloed gefilterd!
Elke dag 
plas je ongeveer
1,5 liter urine 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Welke bloedvat brengt bloed naar de nier?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 16 - Quiz

welk bloedvat bevat meer afvalstoffen?
A
nierslagader
B
nierader

Slide 17 - Quiz

In welk gedeelte van de nier wordt de urine verzamelt?
A
niermerg
B
nierschors
C
nierbekken
D
nierader

Slide 18 - Quiz

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 19 - Quiz

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
nierader

Slide 20 - Question de remorquage

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 21 - Question de remorquage

opdrachten

volgende week SO b 3.1  t/m  3.3

Slide 22 - Diapositive