bs 3.4 het uitscheidingsstelsel

het uitscheidingsstelsel
bs 3.4
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

het uitscheidingsstelsel
bs 3.4

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen


Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 2 - Diapositive

Wat heeft uitscheiding met het thema voeding en vertering te maken? Geef in 1 minuut een antwoord op deze vraag. Ook als je het niet zeker weet.

Slide 3 - Question ouverte

uitscheidingsorganen

Slide 4 - Diapositive

Nieren

Slide 5 - Diapositive

Nieren

Slide 6 - Diapositive

De nieren
  • De nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen/zouten en overtollig water
  • Dit samen heet urine

Slide 7 - Diapositive

Nierbekkens
In de nierbekkens wordt urine verzameld. Via de urinleleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas 
In de urineblaas wordt urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. 


Slide 8 - Diapositive

Doorbloeding nieren


hart -> 

aorta -> 

nierslagader ->   

haarvaten rond nierbuisjes  ->  nierader -> 

onderste holle -> 

hart




Slide 9 - Diapositive

Nier    
Niermerg en nefronen

Slide 10 - Diapositive

Elke dag wordt er  180 liter bloed gefilterd!
Elke dag 
plas je ongeveer
1,5 liter urine 

Slide 11 - Diapositive

Welke bloedvat brengt bloed naar de nier?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 12 - Quiz

welk bloedvat bevat meer afvalstoffen?
A
nierslagader
B
nierader

Slide 13 - Quiz

In welk gedeelte van de nier wordt de urine verzamelt?
A
niermerg
B
nierschors
C
nierbekken
D
nierader

Slide 14 - Quiz

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 15 - Quiz

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
nierader

Slide 16 - Question de remorquage

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 17 - Question de remorquage

Opdrachten
Maak de opdrachten van bs 3.4 


Slide 18 - Diapositive