Les 4 Afweer

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 4 Afweer

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor organismen kunnen ziekteverwekkers zijn?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Infectie
Lichaamsvreemde stoffen komen binnen via:
- bloedtransfusies
- orgaantransplantaties
- infecties (bacteriën, virussen, schimmels en dieren)


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene afweer
  1. Laagje talg (vettige stof) op de huid
  2. Slijmvlies luchtwegen en darmkanaal
  3. Maagsap (zoutzuur doodt bacteriën)
  4. Witte bloedcellen bestrijden ziekteverwekkers

Bij koorts ben je toch ziek, de hoge lichaamstemperatuur verstoort de ontwikkeling v/d ziekteverwekkers.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Antistoffen
Antigenen zijn eiwitten op het oppervlakte van een ziekteverwekker. 
Antistoffen worden gemaakt door witte bloedcellen en hechten aan de antigenen --> ziekteverwekker onschadelijk

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Specifieke afweer
Een antistof is specifiek: 
één type antistof voor één type antigen.

Een type antistof in je bloed? 
Weet de arts welke ziekte je hebt (gehad).
Bijvoorbeeld Pfeiffer (virus).

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene VS specifieke afweer
Algemeen is bescherming tegen het indringen van ziekteverwekkers

Specifiek is gericht op het bestrijden van binnengedrongen ziekteverwekkers. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke immuniteit
Je hebt de ziekte zelf ondergaan.
Witte bloedcellen onthouden de antigenen en het recept voor de antistoffen.
Denk aan waterpokken, verkoudheid, corona etc.

Een kind krijgt antistoffen via de moedermelk.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor kinderziekte
is dit?
A
mazelen
B
bof
C
rodehond
D
polio

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kinderziekte
is dit?
A
mazelen
B
bof
C
tetanus
D
polio

Slide 17 - Quiz

doel van de quizvragen is dat deze ziektes al niet meer herkent worden door mensen: ze komen nog heel weinig voor door vaccinaties. 
Kunstmatige immuniteit
Je bent immuun geworden door vaccinatie.
Het vaccin bevat een deel van de dode/verzwakte ziekteverwekkers of de antigenen.
Het lichaam gaat zelf antistoffen aanmaken. 


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Actieve en passieve immuniteit
Actief = zelf de antistoffen aanmaken
Passief = antistoffen toegediend krijgen 




Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een kunstmatig actieve immunisatie?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten immuniteit
Natuurlijke actieve immuniteit = ziek worden
Natuurlijke passieve immuniteit = placenta / moedermelk

Kunstmatige actieve immuniteit = vaccinatie
Kunstmatige passieve immuniteit = serum

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten
BS 6 Afweer
Opdracht 1 t/m 5, 7 en 8

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Worden bij een vaccinatie antigenen ingespoten? En worden dan antistoffen ingespoten?
A
alleen antistoffen
B
alleen antigenen
C
zowel antistoffen als antigenen
D
geen van beide

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kind heeft alle vaccinaties tegen DKTP en BMR gehad.
Een kind heeft alle vaccinaties tegen Een kind heeft de vaccinaties voor DKTP en BMR gehad.
Kan zo'n kind dan een ziekte zoals waterpokken krijgen?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions