H4 1 Februari 2021

Nieuws van de dag
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nieuws van de dag

Slide 1 - Diapositive

Periode 3
Rest van Systeem aarde: H3 en H4
Eind van de periode SE: H1 t/m H4  Systeem aarde

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
Paragraaf 1 H3
Leerdoelen:
Ik kan het verschil benoemen tussen weer en klimaat
Ik kan de samenstelling en de opbouw van de Atmosfeer benoemen
Ik kan uitleggen waarom er variaties zijn in de stralingsbalans.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen klimaat en weer ?

Slide 4 - Question ouverte

Verschil weer en klimaat
Klimaat: de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode en voor een groot gebied.

Weer: de toestand van de dampkring op een bepaald moment en voor een klein gebied.

Slide 5 - Diapositive

Kies juiste combinatie van gassen in de dampkring.
A
Waterdamp 78%, Stikstof 21%, zuurstof 0.03%, koolstoxdioxide <1%
B
Koolstofdioxide 78%, Waterdamp 21%, Stikstof 0.03%, Zuurstof <1%
C
Stikstof78%, Zuurstof 21%, Koolstofdioxide 0.03%, Waterdamp<1%
D
Zuurstof 78%, Koolstofdioxide 21%, Waterdamp 0.03%, Zuurstikstof <1%

Slide 6 - Quiz

Grote verschil atmosfeer Aarde en atmosfeer andere platen:
Atmosfeer Aarde bevat veel meer Stikstof en Zuurstof en veel minder Koolstofdoxide dan atmosferen van andere planeten.

Slide 7 - Diapositive

CO2
N2
H2O
O2
Waterdamp
Zuurstof
Koolstofdioxide
Stikstof

Slide 8 - Question de remorquage

Chemische afkortingen
N2 = stikstof
O2 = Zuurstof
H2O = water (damp)
CO2 = Koolstofdioxide

Slide 9 - Diapositive

0-12 km
12 - 45 km
45 -85 km
85 - 200 km
Mesosfeer
Thermosfeer
Troposfeer
Stratosfeer

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Kenmerken sferen vd Atmosfeer
Thermosfeer: Stijgende temperatuur, 1 % atmosferische gassen

Mesosfeer: Dalende temperatuur,  begin verbranding meteorieten

Stratosfeer: Stijgende temperatuur, veel ozon (O3), als O3 toeneemt neemt T toe, filtering schadelijke ultraviolette straling zon

Troposfeer: Dalende temperatuur p, 100 m omhoog T 0,6 graden omlaag olen (afhankelijk luchtvochtigheid), 12 km & evenaar 9 km

Slide 12 - Diapositive

Effect zwaartekracht (Fz)
  • Zorgt ervoor dat gassen niet in de atmosfeer verdwijnen
  • 80 % gassen in de onderste 10 km.
  •  

Slide 13 - Diapositive

Zon
  • Grote gasbol
  • temperatuur oppervlakte 6000 graden
  • 150 miljoen km vd aarde
  • klein deel energie naar aarde
  • belangrijkste energiebron aarde
  • motor weerverschijnselen

Slide 14 - Diapositive

energiebalans/ stralingsbalans
Evenwicht tussen de hoeveelheid straling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Inkomende kortgolvige straling
  • 30 % teruggekaatst (20 % wolken, 4 % aardoppervlak, 6 % gasdeeltjes)
  •  23 % geabsorbeerd door gassen (h2o)
  • 47 % bereikt & geabsorbeerd aardoppervlak

Slide 17 - Diapositive

De 47 % geabsorbeerde straling wordt warmte &  teruggekaatst als langgolvige straling
  • wolken & broeikasgassen absorberen & kaatsen terug  naar de  aarde
  • vertragen terugstraling naar ruimte
  • dekeneffect: aarde hierdoor 31 graden warmer, anders gemiddelde T -16 graden!

Slide 18 - Diapositive

Variaties in stralingsbalans door:
  1. Breedteligging
  2. de albedo
  3. Gesteldheid van aardoppervlak

Slide 19 - Diapositive

Breedteligging
Door bolling aarde, op lagere breedte meer loodrecht instraling: straling per m2 is groter & afstand door dampkring korter = minder energie verlies aan lucht.

Slide 20 - Diapositive

invloed loodrechte / schuine stand &
afstond door dampkring

Slide 21 - Diapositive

Breedteligging
Tussen 35 graden NB & ZB ==> stralingsoverschot.
Daarbuiten een tekort.

Slide 22 - Diapositive

Verschil weerkaatsing van het zonlicht (albedo) per gebied. Hierdoor verschil in energie opname en dus opwarming van de lucht erboven.

Slide 23 - Diapositive

Verschil land en zee: water wordt langzamer koud en warm dan land omdat:
Zonlicht kan dieper doordringen in water, meer energie nodig voor verwarming
Water in beweging, meer energie nodig voor verwarming
Het kost meer energie om water een graad te laten stijgen dan land (soortelijke warmte is hoger)
Bij verdamping gaat energie naar de dampkring. Bij land is verdamping minder.

Slide 24 - Diapositive

Gesteldheid oppervlakte

Slide 25 - Diapositive

Wat is het verschil tussen klimaat en weer ?

Slide 26 - Question ouverte

Verschil weer en klimaat
Klimaat: de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode en voor een groot gebied.

Weer: de toestand van de dampkring op een bepaald moment en voor een klein gebied.

Slide 27 - Diapositive

Benoem de samenstelling en opbouw van de atmosfeer.

Slide 28 - Question ouverte

opbouw & samenstelling amtosfeer
Samenstelling : 78 % N2, 21 % O2, 0,03 % CO2 & waterdamp.

Van onder naar boven: troposfeer 0-12 km, stratosfeer 12-45 km, mesosfeer 45 - 85 km, thermosfeer 85-200 km

Slide 29 - Diapositive

Leg waarom er variaties zijn in de Energie balans

Slide 30 - Question ouverte