Les 18-03-2021, paragraaf 6.3

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Diapositive

Hoe kan de overheid consumentengedrag beïnvloeden via de BTW-tarieven?

Slide 2 - Question ouverte

Wat hebben de winkeliers eigenlijk aan btw inkomsten?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Stel een diesel auto kost voor verzekering 50 euro per maand belasting 60 euro per maand en je rijdt per maand 150 kilometer. Wat zijn de kosten per kilometer?

Slide 5 - Question ouverte

Uitwerking
Dan reken je de totale kosten uit: 50+60 = € 110
dat deel je door aantal kilometer: 110 : 150 = € 0,73 per kilometer

Slide 6 - Diapositive

Zou een benzine auto goedkoper of duurder zijn in onderhoud?
A
Goedkoper
B
Duurder

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen:
- Ik kan benoemen hoe de gemeenten aan inkomsten komen.
- Ik kan uitleggen wat de inwoners aan gemeentelijke heffingen moeten betalen.

HUISWERK: Paragraaf 6.3

Slide 8 - Diapositive

Inkomsten van de gemeente
De gemeente Den Haag krijgt ieder jaar:
  • Rioolheffing en Afvalstoffenheffing
  • Onroerende zaak belasting
  • Geld van het Rijk (wordt betaald van belastingen)



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Rioolheffing
Voor huurders:
Rioolheffing betaal je als je meer dan 500.000 liter water per jaar gebruikt.    Hoeveel water is dat per dag?

Voor eigenaren:







Slide 12 - Diapositive

Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing betaal je alleen als je afval hebt en dat weg gooit in de container of op straat zet. Als je een eigen huis bezit waar je in woont én als je een woning huurt moet je dit dus betalen. Je kunt dit bedrag opzoeken op de site van de gemeente

Slide 13 - Diapositive

Onroerende zaak belasting
Onroerend = kan niet van zijn plaats
Zaak = een ding

Onroerende zaak is een huis. 

Roerende zaken zijn bijvoorbeeld: auto, fiets, laptop etc.

Slide 14 - Diapositive

Onroerende zaak belasting
Alleen als je een eigen woning bezit moet je OZB betalen.
De hoogte van de OZB moet je uitrekenen en hangt af van de waarde van jouw woning. 

Die waarde heet de WOZ-waarde (waarde onroerende zaak)

Iemand met een grote woning betaalt meer OZB dan iemand met een kleine woning.




Slide 15 - Diapositive

Onroerende zaakbelasting uitrekenen
Voorbeeld:
Peter heeft een eigen loods met een WOZ-waarde van €320.000 

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld
WOZ waarde = 320.000
Tarief= 0,2624%

OZB = 320.000 : 100 x 0,2624 =839,68

%
100
1
0,2624
320000
3200
839,69

Slide 17 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Diapositive

Waarom betalen huurder geen OZB?
A
Te lage waarde van het pand
B
Grond is vervuild
C
Huurder is geen eigenaar

Slide 19 - Quiz

Hoe hoger de WOZ hoe ...... de OZB belasting (vul in).
A
Hoger
B
Lager

Slide 20 - Quiz

Welke belasting ''vangt'' de gemeente nog meer?
A
Loonbelasting
B
BTW
C
Afvalstoffenheffing

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Maak de opdrachten van paragraaf 6.3
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met paragraaf 6.4 of een ander vak

timer
25:00

Slide 22 - Diapositive

Waarom betalen huurder geen OZB?
A
Te lage waarde van het pand
B
Grond is vervuild
C
Huurder is geen eigenaar

Slide 23 - Quiz

Hoe hoger de WOZ hoe ...... de OZB belasting (vul in).
A
Hoger
B
Lager

Slide 24 - Quiz

Wat betekent een hoge OZB voor de inwoners?

Slide 25 - Question ouverte

Welke andere inkomsten worden in de video nog meer genoemd?

Slide 26 - Question ouverte

Hogere WOZ.
OZB hoger of lager??
A
Hoger
B
Lager

Slide 27 - Quiz

Welke andere inkomsten worden in de video nog meer genoemd?

Slide 28 - Question ouverte

Wat betekent een hoge OZB voor de inwoners?

Slide 29 - Question ouverte

Hogere WOZ.
OZB hoger of lager??
A
Hoger
B
Lager

Slide 30 - Quiz

Welke belasting ''vangt'' de gemeente nog meer?
A
Loonbelasting
B
BTW
C
Afvalstoffenheffing

Slide 31 - Quiz