Hoofdletters en interpunctie les 1

Doel van de les:

- Je weet wanneer je een HOOFDLETTER moet gebruiken.



1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel van de les:

- Je weet wanneer je een HOOFDLETTER moet gebruiken.



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je dit leren?

De teksten die je schrijft zijn dan beter te begrijpen.

De teksten die je schrijft zien er netjes en verzorgd uit.

Dat is belangrijk voor school, maar ook later in je werk.



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

morgen
morgen gaan we zwemmen morgen schijnt de zon de hele dag en wordt het 28 graden ahmed vraagt aan salam of hij ook mee gaat zwemmen maar salam heeft geen zin hij gaat liever voetballen maar het is veel te warm om te voetballen morgen zegt ahmed tegen salam dat is niet erg zegt salam ik hou niet van zwemmen en ik heb ook geen zwembroek

Slide 3 - Diapositive

Lees de tekst zelf voor of laat een leerling lezen als er een leerling is die wil lezen. Lees zo monotoon mogelijk voor en zorg ervoor dat je niet automatisch de leestekens gaat plaatsen tijdens het voorlezen.
Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 4 - Diapositive

- Bij namen.
Daan Jansen
Jan van Vilsteren
Margriet van der Toren
Let op! Laat duidelijk zien hoe het werkt als je de voornaam weghaalt. 
mevrouw Van der Toren
- Bij aardrijkskundige namen.
- Bij namen van feestdagen.
- Bij merknamen.
Bij een citaat, na de dubbele punt.
Alleen aandacht voor de hoofdletters in deze les.
voorbeeld op bord.
Mevrouw Jetty zegt: "Morgen wordt het een warme dag."
Wanneer gebruik je een hoofdletter? (When do you use a capital letter?)
timer
2:00

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke is goed?
A
Pasen
B
pasen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke is goed?
A
Jan van Buren
B
Jan Van Buren
C
Jan Van buren
D
jan van buren

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke is goed?
A
Netflix
B
audi
C
coca-cola
D
nike

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke is goed?
A
morgen is het vrijdag.
B
Morgen is het Donderdag.
C
Morgen is het zaterdag.
D
Morgen is Dinsdag

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke is goed?
A
Mevrouw Jacomijn zegt: "vandaag zijn jullie vrij."
B
Mevrouw jacomijn zegt: "Vandaag zijn jullie vrij."
C
mevrouw Jacomijn zegt: "vandaag zijn jullie vrij."
D
Mevrouw Jacomijn zegt: "Vandaag zijn jullie vrij."

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions