Paragraaf 3.3 Brood en spelen deel 1

Paragraaf 3.3 Brood en spelen
Klas 1C
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3.3 Brood en spelen
Klas 1C

Slide 1 - Diapositive

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg paragraaf 3.3
  3. Controleren huiswerk
  4. Werkvorm
  5. Maken opdrachten  
  6. Controleren leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat Proletariers zijn en waar de naam vandaan komt. 
  2. Je kunt uitleggen wat er verschilde in de levens van arme en rijke Romeinen.

Slide 3 - Diapositive

Begrippen
Agrarisch-stedelijke samenleving
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
Proletariers 
Arme en werkloze Romeinen.

Slide 4 - Diapositive

Rijke grootgrondbezitters
  • Agrarisch-stedelijke samenleving
  • Centrum van het rijk stad Rome 
  • Veel verschillen tussen Romeinen
  • Villa's met veel grond voor rijke mensen
  • In Rome was het warm en vies in de zomer 

Slide 5 - Diapositive

Armen en proletariers
  • Alle andere Romeinen waren arm en moesten zelfs land opgeven
  • Romeinen die boer waren geweest trokken naar de stad
  • Proletariers hadden niks anders dan hun kinderen
  • Rijken hielpen armen maar niet voor niets
  • Opstand voorkomen  

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Bespreken huiswerk
  • Wat? Toetsverbereiding paragraaf 3.2
  • Hoe? Ik geef je de beurt  

Slide 8 - Diapositive

Werkvorm
  • Wat? Je werkt in een tweetal. Een van jullie is een arme Romein en de ander een rijke Romein. Jullie gaan elkaar interviewen. 
  • Hoe? Jullie stellen om de beurt vragen aan elkaar over het leven van de ander. De vragen en antwoorden schrijf je op. Je stelt minimaal 3 vragen.
  • Hulp? Als je het antwoord niet weet mag je het op zoeken.
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Je begrijpt hoe het leven van een rijke en arme Romein verschilde.
  • Klaar? Je begint met het maken van de opdrachten van paragraaf 3.3

Slide 9 - Diapositive

Aan het werk
  • Wat? Ga aan de slag met de toetsvoorbereidingsopdrachten van paragraaf 3.3
  • Hoe? In je werkboek, in je schrift met behulp van je werkwijzer.
  • Hulp? De docent en je boek.
  • Tijd? 20 min.
  • Uitkomst? Alvast bezig met de toetsvoorbereiding.
  • Klaar? Lees alvast de volgende paragraaf

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn proletariers?
A
Arme en werkloze Romeinen
B
Rijke Romeinen
C
Romeinen die straf kregen
D
Romeinen die boer waren

Slide 11 - Quiz

Hoe zag het leven van een rijke Romein eruit?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe zag het leven van een arme Romein eruit?

Slide 13 - Question ouverte

Volgende les 
  • Paragraaf 3.3

Slide 14 - Diapositive