Herhalen thema voortplanting

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welk mooi proces zag je in het filmpje gebeuren?

1. Innesteling
2. Bevruchting
3. Ovulatie
4. Aanmaak van zaadcellen

Waar vindt bevruchting plaats?

1. Eileider
2. Baarmoeder
3. Vagina
4. Eierstok

Leerdoelen van basisstof 1

• Verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken herkennen en beschrijven

• Lichamelijke, geestelijke en motorische ontwikkeling in puberteit beschrijven

Primair 

geslachts-

kenmerk

Secundair 

geslachts-

kenmerk

Vagina

Haargroei

Een lage stem

Balzak

Schaamlippen

Borsten

Leerdoelen van basisstof 2

1. Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw benoemen en beschrijven met hun functies en kenmerken.

2. Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Welke letter geeft een eierstok aan?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Leerdoelen van basisstof 3

1. Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man benoemen en beschrijven met hun functies en kenmerken.

2. Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen herkennen, benoemen en beschrijven.

Jonge mannetjesbiggen die gefokt worden voor het vlees, worden gecastreerd. Bij castratie worden de teelballen verwijderd. Bekijk de afbeelding van het varken.
->Welke letter geeft een orgaan aan dat bij castratie wordt verwijderd?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Welk antwoord geeft een verschil aan tussen een eicel en een zaadcel?

1. Bevat een celkern met DNA
2. Bevat een zweepstaart

Zaadcellen bevatten een zweepstaart om zich te kunnen voortbewegen. Eicellen worden voortgeduwd door filli  in de eileiders en spiersamentrekkingen.

Eicellen en zaadcellen zijn niet even groot. Een eicel is groter dan een zaadcel.

Leerdoelen van basisstof 4

1. Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.

2. Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.

3. Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.

Wat is gender?

1. Je geslacht
2. Je eigenschappen en gedragingen
3. Je gevoel

Wat is je geslacht?

1. Je gevoel
2. Je gender
3. lichamelijke kenmerken

Onder seksualiteit vallen alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust.

1. Juist
2. Onjuist

Kies het antwoord wat een seksuele oriëntatie aangeeft. Let op! je kunt meerdere antwoorden kiezen.

1. Biseksueel
2. Panseksueel
3. Transgender
4. Heteroseksueel

Leerdoelen van basisstof 5

1. Je kunt enkele methoden voor geboorteregeling herkennen, benoemen en hun werking uitleggen.

2. Je kunt enkele soa’s noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.

Welke 2 verschillende SOA's ken je?

Hoe heet de methode waarbij de man niet klaarkomt in de vrouw? En is dit een betrouwbare of onbetrouwbare methode?

1. Periodieke onthouding, niet betrouwbaar
2. Periodieke onthouding, wel betrouwbaar
3. Coïtus interruptus, niet betrouwbaar
4. Coïtus interruptus, wel betrouwbaar

Leerdoelen van basisstof 6

1. Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.

2. Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.

3. Je kunt uitleggen en beschrijven wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Welke fase van de bevalling zie je hier?

1. Uitdrijving
2. Ontsluiting
3. Nageboorte
4. Weeën

Een prenataal onderzoek is een onderzoek voor de geboorte (tijdens de zwangerschap). Zo kun je bijvoorbeeld het geslacht zien of een aangeboren afwijking ontdekken. Is echoscopie een voorbeeld van een prenataal onderzoek?

1. Ja
2. Nee

Leerdoelen van basisstof 7 & 8

1. Je kunt andere voorbehoedsmiddelen noemen om zwangerschap te voorkomen. 

2. Je kunt herkennen en beschrijven hoe een bevalling verloopt in fases.

3. Je kunt verschillende liggingen van de baby in de buik herkennen en benoemen.

Benoem één ander voorbehoedsmiddel dan condoom of pil.

Wat voor ligging heeft de baby in de buik?

1. Normale ligging
2. Dwarsligging
3. Diagonale ligging
4. Stuitligging