Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Thema 4 Voortplanting
Slide 1 - Diapositive
Herhaling B1 t/m B6
Slide 2 - Diapositive
Basisstof 1 Puberteit
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen.
Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.
Slide 4 - Diapositive
Geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken zijn aanwezig bij de geboorte.
Hormonen zorgen voor secundaire geslachtkenmerken in de puberteit
Slide 5 - Diapositive
Veranderingen door puberteit
Lichamelijk
Groeien (groeispurt)
Secundaire geslachtskenmerken komen
Begin werking voortplantingsorganen Geestelijk
Gevoelens veranderen
Wordt zelfstandiger
Seksualiteit ontwikkeld Sociaal
Anders opstellen tegenover anderen (ouders/vrienden)
Sociale gevoelens zijn sterk (onzekerheid, spanning enz)
Slide 6 - Diapositive
Schema ontwikkeling jongens en meisjes
Slide 7 - Diapositive
Basisstof 2 Een vrouw
Slide 8 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.
Van het voortplantingsstelsel van een vrouw is aan de buitenkant weinig te zien. Bij een vrouw liggen de meeste voortplantingsorganen in de buik.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
Eierstok bevat onrijpe eicellen
Eicellen = vrouwelijke geslachtcel
Ovulatie = eisprong
Eileider: transport eicel naar baarmoeder
Maagdenvlies
Slide 11 - Diapositive
Uitwendige voortplantingsorganen (vulval) van een vrouw
Slide 12 - Diapositive
Menstruatie: slijm en bloed worden tijdens de menstruatie afgevoerd.
Slide 13 - Diapositive
Menstruatiecyclus
Slide 14 - Diapositive
Hormonen
Hormonen: regelen werking organen
Hormoonklieren geven hormonen af aan het bloed
Hypofyse: in puberteit produceert hij stimulerende hormonen--> ontwikkeling eicellen en eierstokken
Overgang: geen rijpe eicellen meer
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Basisstof 3 Een man
Slide 17 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
Het voortplantingsstelsel van een man is voor een groot deel aan de buitenkant te zien. Alleen de prostaat en de zaadblaasjes liggen onder in de buik.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Het voortplantingsstelsel van een man
Teelbal: productie zaadcellen
Bijbal: opslag zaadcellen
Balzak: temperatuur lager
Zaadcel: kop en zweepstaart
Zaadblaasjes+prostaat: vocht toevoegen
Sperma = zaadcellen+ vocht uit zaadblaasjes en de prostaat + voedingsstoffen uit de zaadblaasjes
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Zaadcellen en eicellen
Zaadcel:
bewegen met zweepstaart
geen voedingsstoffen
Eicel:
kan niet zelf bewegen
heeft voedingsstoffen
Slide 22 - Diapositive
Basisstof 4 Seks en zo
Slide 23 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.
Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.
Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.
In de puberteit gaat seksualiteit een rol spelen in je leven. Ook in het leven van volwassenen is seksualiteit belangrijk. Mensen kunnen daar heel verschillend over denken.
Prenataal onderzoek: onderzoek op aangeboren afwijking, erfelijke ziekte of geslacht (niet verplicht)
9-14 wkn: combinatietest: test syndroon van Down
na 11 wkn: NIPT --> DNA onderzoek via bloed of er erfelijke ziekte is
na 20 wkn: echo --> onderzoek afwijkingen hart, hersenen, organen, ledematen en geslacht
prerecho
timer
5:00
Slide 47 - Diapositive
Op de kalender van afbeelding 9 heeft Roos aangegeven wanneer ze ongesteld was. Ze menstrueert erg regelmatig: om de vier weken. Wanneer zou haar volgende menstruatie plaatsvinden?
A
29 januari
B
12 februari
C
16 februari
Slide 48 - Quiz
Wanneer vindt waarschijnlijk de ovulatie plaats?
A
29 januari
B
12 februari
C
16 februari
Slide 49 - Quiz
Roos heeft geslachtsgemeenschap en haar eicel wordt bevrucht. In welke week vindt waarschijnlijk innesteling in het baarmoederslijmvlies plaats?