W6 les 10 sociale kaart

Afstemmen

les 10 sociale kaart
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Afstemmen

les 10 sociale kaart

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
herhaling vorige les
betekenis discipline/ sociale kaart
opdracht: functies van verschillende disciplines
verschil tussen interne & externe sociale kaart
afsluiting

Leerdoelen:
  1. De student weet wat een sociale kaart inhoudt.
  2. De student kan onderscheid maken tussen verschillende disciplines die in het werkveld voorkomen.
  3. de student kan het verschil benoemen tussen een interne en een externe sociale kaart. 

Slide 2 - Diapositive

feedback ondersteunt en bevordert positief gedrag? Is deze stelling waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

in reactie op je feedback gaat de ander een uitleg of verklaring geven, of hij bedenkt een smoes, bijvoorbeeld: ‘Ja, maar ik kon er niets aan doen. Want toen ik … toen kwam hij... en daardoor…’ Wat voor soort verdedigingsreactie is dit?
A
ontkenning
B
verdringing
C
rationalisatie
D
projectie

Slide 4 - Quiz

welke disciplines hebben wij hier binnen de opleiding MZ?

Slide 5 - Question ouverte

sociale kaart
Sociale kaart = een verzamelnaam voor alle disciplines en organisaties waar een organisatie mee samenwerkt om de eigen doelstellingen te bereiken.


Voorbeelden van instellingen die op een sociale kaart kunnen staan: Fysioloog, logopedist, vaktherapeut, AVG-arts, orthopedagoog

Slide 6 - Diapositive

Wat is de functie van een fysioloog?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de functie van een logopedist?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de functie van een vaktherapeut?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de functie van een AVG arts?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de functie van een orthopedagoog?

Slide 11 - Question ouverte

functies van verschillende disciplines
discipline
functie
orthopedagoog
Bevoegd om onderzoeken te doen, om te achterhalen waar en waarom zich problemen in de ontwikkeling voordoen.
AVG-arts
Arts voor clienten met een verstandelijke beperking 
Vaktherapeut
Is gespecialiseerd in dramatherapie, beeldende therapie, muziektherapie, danstherapie, tuintherapie of psychomotorische therapie.
Ergotherapeut
Werkt met cliënten in de omgeving waar ze wonen of verblijven. Hij zorgt voor aanpassingen en hulpmiddelen in die omgeving, zodat de cliënt zo veel mogelijk zelfredzaam kan zijn.
Fysiotherapeut
Richt zich op het opheffen of verminderen van motorische beperkingen of problemen, en op het in stand houden van fysieke of motorische mogelijkheden.
Revalidatiearts
Heeft veel kennis van neurologische, motorische, orthopedische en cognitieve stoornissen.

Slide 12 - Diapositive

interne vs externe sociale kaart
Interne sociale kaart:
  • Instellingen hebben een interne sociale kaart. De grote van de interne sociale kaart is wel afhankelijk van de grote van de instelling.
  • In de interne sociale kaart kun kun je vinden welke disciplines er binnen de instelling zijn en wie je daar voor moet benaderen. Dus welke afdeling en welk persoon.

Externe sociale kaart:
  • Instellingen hebben een externe sociale kaart.
  • Hierin staan alle externe organisaties waar een instelling mee kan samenwerken of mee samenwerkt. Dit alles om het doel van de instelling te behalen.
  • Een kleine instelling zal een grote externe sociale kaart hebben.



Slide 13 - Diapositive

Afsluiting


Slide 14 - Diapositive