Welke schooltaalwoorden heb je afgelopen dagen gehoord of gelezen?
Wist je de betekenis?
Wat doe je als je de betekenis niet kent?
Slide 3 - Diapositive
Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.
Welke woorden kun je hiervan maken?
papier
fruit
taart
bak
Slide 4 - Diapositive
Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.
Welke woorden kun je hiervan maken?
papier
bak
papierbak
papier
bak
bakpapier
Samenstellingen:
Het laatste deel van het woord vertelt wat het is.
Het eerste deel van het woord zegt iets over de soort.
Slide 5 - Diapositive
Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Kunnen
Je wat grondwoorden zijn.
Je weet wat samenstellingen zijn.
Je weet wat trappen van vergelijkingzijn.
Je grondwoorden in een woordenboek gebruiken.
Je kunt samenstellingen maken en herkennen.
Je kunt trappen van vergelijking maken.
Weten
3
Slide 7 - Diapositive
Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.
Hoe gebruik je het woordenboek?
Ik vraag of hij verliefd op mij is en hij beaamt: 'Ja, heel erg!'
3
Slide 8 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.
Uitleg grondwoorden
In het woordenboek vind je grondwoorden van werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en overige woorden.
Bij een werkwoord is het grondwoord altijd het hele werkwoord.
Bij zelfstandige naamwoorden is het grondwoord altijd het enkelvoud en geen verkleinwoord.
Bij sommige woorden zoek je de kortste vorm.
Het woord prijzige zoek je bij prijzig.
Het verkleinwoord apparaatje zoek je bij apparaat.
De persoonsvorm bevond zoek je bij bevinden.
Het voltooid deelwoord gepresenteerd zoek je bij presenteren.
3
Slide 9 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.
Zelfstandig werken - grondwoorden
Lees
Lees de opdrachtenen de uitleg voordat je begint.
Maak
Opdracht 32 (blz. 133)
Hoe
In LessonUp
Gebruik een woordenboek (kan ook online)
Tijd
5 min.
Eerder klaar?
Lees de uitleg over de trappen van vergelijking op blz. 134
Resultaat
Antwoorden klassikaal bespreken.
3
Slide 10 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Opdracht 32 - blz. 133 1. Schrijf van de onderstreepte woorden in zin a, b, c en d de grondwoorden op. 2. Zoek de betekenis op in het woordenboek en schrijft die erachter.
timer
1:00
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Uitleg trappen van vergelijking
Je schrijft woorden in de vergrotende trap met -er.
Je schrijft woorden in de overtreffende trap met -st.
3
Slide 12 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.
Veel gemaakte fouten bij de trappen van vergelijking
Wanneer als en wanneer dan?
Gelijk : Ik ben even groot als jij.
Verschil : Ik ben groter dan jij.
3
Slide 13 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.
Zelfstandig werken - trappen van vergelijking
Lees
Lees de opdrachtenen de uitleg (blz. 134) voordat je begint.
Maak
Opdracht 33 (blz. 134)
Hoe
In LessonUp
Tijd
5 min.
Eerder klaar?
Lees de uitleg over samenstellingen op blz. 134
Resultaat
Antwoorden klassikaal bespreken.
3
Slide 14 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Opdracht 33 - blz. 134
Schrijf hier de trappen van vergelijking van de 11 woorden die in je lesboek staan bij opdracht 33.
Dat doe je zo:
1. oud - ouder - oudst
2.
Slide 15 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Samenstellingen
Je hoort twee of meer woorden in een samenstelling.
3
Spellling:
Je schrijft de woorden van een samenstelling aan elkaar.
Slide 16 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.
Samenstellingen - voorbeelden
3
modder
stroom
modderstroom
stroom
kabel
stroomkabel
?
?
Slide 17 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.
Zelfstandig werken
Lees
Lees de uitleg over samenstellingen - blz. 134
Maak
34 - blz. 135
Hoe
Alleen (niet met klasgenoot)
Antwoorden via LessonUp (volgende sheet)
Tijd
5 minuten
Eerder klaar?
Maak opdracht 36.2 in je schrift: schrijf zoveel mogelijk samenstellingen op. Wie kan de meeste samenstellingen bedenken?
Resultaat
Antwoorden klassikaal bespreken.
3
Slide 18 - Diapositive
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Lees opdracht 34 - blz. 135
Maak tien woorden (samenstellingen) door een woord uit rij 1 aan een woord uit rij 2 te plakken.