31 jan herhaling hfd 4

Practice makes perfect

  • Rustig zitten op je vaste plek.
  • Afspraak: LUISTEREN WANNEER 
        IK PRAAT EN WIL PRATEN. 
  • chromebook, book & pen, 

And.......... positive attitude to learn!



 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Practice makes perfect

  • Rustig zitten op je vaste plek.
  • Afspraak: LUISTEREN WANNEER 
        IK PRAAT EN WIL PRATEN. 
  • chromebook, book & pen, 

And.......... positive attitude to learn!



 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken vandaag.......
In de lokaal:
  1. Op je plek blijven zitten.
  2. Blijft van elkaar en elkaar spullen af.
  3. Niet schreeuwen naar elkaar.
  4. Respectvol gedrag tonen

Uitleg/instructie:
  1. Focus time: Iedereen stil en luisteren



Lesafsluiting:
  1. Opruimen pas als ik het zegt.
  2. Stoelen aanschuiven
Les verloop:
  • Pres. cont. herhaling vorig les: stil
  • Pres. cont. oefenen: fluistertoon
  • Hfd 4 oefeningen: fluistertoon

Slide 2 - Diapositive

-zodat iedereen goed kan luisteren.
- vragen? hand opsteken
Learning goals
By the end of this class:
  • I can use present continuous correctly.
  • I have completed chapter 4
Tody's plan:
  1. Terugblik vorig les: Present continuous. Actieve herhaling
  2. Pres. cont. interactief oefenen in Lessonup.
  3. Hfd 4 afronden: opgaven afmaken en nakijken.
  4. Reading test bespreken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer en hoe gebruik je present continuous?
  • Je gebruikt de present continuous als je wilt zeggen dat iets nu aan de gang is. Je maakt de present continuous door: 
  •  amis of are + hele werkwoord + ing 
- Ik ben aan het praten.         I am talking right now.
Bijv:  Maak deze zin present continuous.
I  ___________________ TV.          (to watch)    
He/she/it ________________TV.    (to watch)
We/you/they ______________TV.   (to watch)




  1. am watching
  1. is watching
  1. are watching

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous:
(walk) Look! Frank ____ in the park.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Present Continuous
I ______ (swim) in the lake.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous:
They ______ (run) for the bus.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

What are they doing?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

What is she doing?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

What is he doing?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 4 afronden
Wat: (af) maken/ controleren ------->

Hoe: individueel 
Hulp: boek, docent
Tijd: 20 min
Resulaten: controle & nakijken




Grammatica:
E 30, 31 a &b, 32c, 33 blz. 27
I opg. 56, 57 & 58a blz. 43
vocabulaire oefenen:
A opg. 9 blz 13
B opg. 12c blz. 15
G opg. 46 blz. 37


timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reading test bespreken (fluistertoon)
Wat: Open vragen eerst klassikaal
bespreken.
Daarna controleer of alles klopt:
- punten per goede vraag 
- totaal punten
  • Afspraken voor extra oefenen:
      Vrijdag 9e uur. 



Meerkeuze:
1 A
2 A
3 C
4 A
5 C
6 A

13 false
14 true
15 false
16 true
17 A
18 A
19 B



20 A
21 C
22 A
23 A
24 A
25 C
26 C


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

The end of class
  • Class recap (herhaling)
  • What did you learn today? (learning goals)
  • Class evaluation: (listening to teacher, following instructions etc.)
  • Homework  3 februari:
- stepping stones online: hfd 4 E Grammar 10: the, a, an en grammar 11 gebediende wijs filmpje bekijken.
- hf. 4 vocabulary leren pg. 48 & 49
  •  Next class : hfd 4 grammatica en vocabulaire oefenen 
                                                  

                                         



                                                               

Slide 13 - Diapositive

In het Engels zeg dat iemand is:
- aan het winkelen (he/she/it)
- huis schoonmaken (we)
-auto rijden (I)