start P2 betoog en uitleg boekpoeziepresentatie

Welkom 3hb
Pak vast je schrift, boek en pen tevoorschijn.

Je tas graag op de grond.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 3hb
Pak vast je schrift, boek en pen tevoorschijn.

Je tas graag op de grond.

Slide 1 - Diapositive

Boekopdracht week 2 dec.        
Presentatie (5 min.) over jullie twee boeken (min, C, niet vertaald.) in combinatie met een gedicht.
- leeservaring: je gebruikt emotieve, realistische en morele
  argumenten (zie de beoordelingswoorden* uit je boek blz. 58) 
- zoek/bedenk gedicht dat bij jullie boeken past;
- welke stijlfiguren herken je in het gedicht?
- welke rijmsoort komt er in voor?

Slide 2 - Diapositive

Pak je boek, blz 58
*  je leeservaring beschrijven.

HOE?
- Gebruik argumenten (emotieve, realistische en morele). Je noemt er van elk één. Je legt uit waarom en je noemt een voorbeeld uit je boek.

Slide 3 - Diapositive

Gedicht
Je zoekt een gedicht uit dat jullie beide boeken verbindt.
HOE?
- zoek naar overeenkomsten tussen jullie boeken. Dit kan eenzaamheid zijn, angst, spanning, liefde. Zoek een bijpassend gedicht, of
- zoek juist naar de verschillen en een gedicht waar dit in terug-
  komt.

Slide 4 - Diapositive

Titels en namen
- Je geeft aan je docent door welk boek je hebt gelezen en met wie je de presentatie gaat houden.

- Indeling wie wanneer.

- Je zet je presentatie in Classroom.

Slide 5 - Diapositive

Betoog
- Inleiding: je maakt de lezer nieuwsgierig dmv actualiteit
                        Je eindigt met je stelling.
- Middenstuk: je noemt je argumenten, tegenargumenten en
                              weerlegging.
- Slot: je trekt een conclusie en probeert de lezer nog een keer
             te overtuigen van je stelling.

Slide 6 - Diapositive

Betoog: stelling formuleren 
In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan. 
Hoe formuleer je een stelling? Een stelling...
- bestaat uit 1 zin en is kort en krachtig;
- bestaat nooit uit een vraag. Eindigt met punt of uitroepteken;
- bevat géén argumenten;
- bevat géén ontkenningen.


Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld formuleren stelling
 Onderwerp:   kernenergie

1. Kies je standpunt. Wat vind jij?
2. Formuleer je stelling.

Slide 8 - Diapositive

Stelling
Kernenergie moet in Nederland worden stopgezet.
(Onderzoeksvragen:
• Hoeveel kerncentrales zijn er in Nederland?
• Waarom zijn er kerncentrales?
• Wat zijn de gevolgen van kernenergie?
• Wat zijn de voor- en nadelen van kernenergie?
• Zijn er alternatieven voor kernenergie?  )

Slide 9 - Diapositive

Zelf  stelling formuleren .  
Onderwerpen:
- smartphones op school
- het koningshuis
- CO2-belasting
- reizen per vliegtuig
- social media
- donorcodicil

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Kies een onderwerp uit. Formuleer eerst je standpunt. Formuleer daarna de stelling.
- HOE? In tweetallen
- TIJD? 4 minuten
- KLAAR? Vergelijk met ander duo in je tafelgroepje. Voldoet die stelling aan de eisen?
- Je kiest een nieuw onderwerp en formuleert een stelling.
timer
4:00

Slide 11 - Diapositive