Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
woensdag 26 januari 2022
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Vrije Tijd
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Vrije Tijd
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Diapositive
buitenlands
iets dat gaat over een ander land
iets dat uit een ander land komt
dit kunnen mensen zijn, maar ook producten
tegenstelling: binnenlands
Zin
: Deze sinaasappels komen uit het
buitenland.
Zin:
Op de televisie zie je veel
buitenlands
nieuws
.
Slide 2 - Diapositive
de kaart
een dik stuk papier waarop je kunt schrijven of typen
deze stuur je aan iemand vanuit je vakantieadres
er staan vaak mooie afbeeldingen op
Zin
: Ik heb mijn oma een
kaart
gestuurd vanuit Italië.
Zin
: Wij hebben een
kaart
gekocht voor mijn zieke tante.
Slide 3 - Diapositive
de plek
een plaats
waar je ergens bent
een plaats waar je bent geweest
meervoud:
plekken
; verkleinwoord:
plekje
Zin
: Wij gaan nu naar
de plek
, waar mijn broer zijn horloge is verloren.
Zin
: De kat ligt lekker te slapen op een
plekje
in de zon.
Slide 4 - Diapositive
het seizoen
elk van de vier delen van een jaar
lente, zomer, herfst en winter
jaargetijde
een periode waar iets gedaan wordt, bv sport
Zin
: Het sport
seizoen
is bijna over, het is winter.
Zin
: Ik vind de zomer
het
mooiste
seizoen
, want dan is het lekker warm.
Slide 5 - Diapositive
het winterseizoen
Het seizoen in de maanden december tot en met maart
De temperaturen zijn koud
Schaatsen en skiën doe je in de winter
Zin
: Tijdens
het winterseizoen
wordt er niet buiten gevoetbald.
Zin
: Ik hou niet van
het winterseizoen
, het is mij te koud.
Slide 6 - Diapositive
Wat bedoel je met het woord
buitenlands?
A
uit een ander land
B
uit de winkel
C
uit Nederland
D
in Nederland
Slide 7 - Quiz
Wat is een SEIZOEN?
A
Lente
B
Herfst
C
April
D
Oktober
Slide 8 - Quiz
Een kaart is van ?
A
plastic
B
water
C
papier
Slide 9 - Quiz
Deze kaas komt uit Denemarken, het is ...................... kaas.
Slide 10 - Question ouverte
Wij hebben een ................ gekregen uit Indonesië.
Slide 11 - Question ouverte
... ....... waar het ongeluk is gebeurt, is afgezet door de politie.
Slide 12 - Question ouverte
De zomer en de lente noemen we .................................... .
Slide 13 - Question ouverte
December en maart horen bij ..... .................................... .
Slide 14 - Question ouverte
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden:
het winterseizoen, het seizoen, de plek, de kaart en buitenlands
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Woensdag 11 januari 2023
Décembre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3.1 Lekker weer, hé
Octobre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
3.1 Lekker weer, hé
il y a 13 jours
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Klimaten in de wereld
Octobre 2020
- Leçon avec
29 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Het weer EIZ7
il y a 13 jours
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Het weer EIZ7
Novembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Zomerquiz vo 2023!
Juin 2023
- Leçon avec
28 diapositives
par
Schoolblocks
Mentorles
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Schoolblocks
seizoenen en de maanden
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
NT2
Hoger onderwijs