Thema 6 Ecologie
1 / 25
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht
Slide 3 - Question de remorquage
Kies de juiste pijlen om een voedselweb te maken
Slide 4 - Question de remorquage
Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding).
muggenlarve
snoek
kikkervisje
waterkever
baars
algen
Slide 5 - Question de remorquage
Producenten
Reducenten
Consumenten
Mineralen
Slide 6 - Question de remorquage
kringloop
voedselketen
voedselweb
Slide 7 - Question de remorquage
Koolstofkringloop
Kringloop
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Vidéo
Hoe lang is de wolf weg geweest is het Yellow Stone park?
Slide 10 - Question ouverte
Wolven waren lang weg. Wat was het gevolg daarvan?
Slide 11 - Question ouverte
Wat gebeurde er met de herten toen de wolven terug waren?
En wat waren daar de gevolgen van?
En wat waren daar de gevolgen van?
Slide 12 - Question ouverte
Wat voor voordelen hebben de bevers in het gebied?
Slide 13 - Question ouverte
Wat voor bijzonder effect hadden de wolven zelfs op de rivieren?
Slide 14 - Question ouverte
levensge-meenschap
ecosysteem
populatie
individu
ecosysteem
individu
levensge-meenschap
populatie
Slide 15 - Question de remorquage
individu
populatie
ecosysteem
LEVENSGEMEENSCHAP
BIOTOOP
BIOTOOP
BIOTOOP
BIOTOOP
BIOTOOP
Slide 16 - Question de remorquage
Aanpassing vogels aan milieu
Haaksnavel
Kegelsnavel
Priemsnavel
Pincetsnavel
Steltloper
Watervogel
Slide 17 - Question de remorquage
Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.
Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Grote oren
B
Zomervacht
C
Luchtstroom
D
Dikke vetlaag
Slide 18 - Quiz
Ad en Ton vergelijken landdieren met waterdieren.
Ad zegt dat een gestroomlijnd lichaam een aanpassing is aan het voortbewegen op het land.
Ton zegt dat waterdieren meer aanpassingen bezitten om hun eigen lichaamsgewicht te dragen.
Wie heeft (hebben) gelijk?
Ad zegt dat een gestroomlijnd lichaam een aanpassing is aan het voortbewegen op het land.
Ton zegt dat waterdieren meer aanpassingen bezitten om hun eigen lichaamsgewicht te dragen.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Ad en Ton hebben beide geen gelijk
B
Alleen Ad heeft gelijk
C
Alleen Ton heeft gelijk
D
Ad en Ton hebben beide gelijk
Slide 19 - Quiz
Waar groeit dit plantje?
A
Vochtig milieu
B
Droog milieu
Slide 20 - Quiz
Welke plant heeft een groter wortelstelsel?
A
Plant in een droog milieu
B
Plant in een vochtig milieu
Slide 21 - Quiz
Bij welke plantensoort hoort de volgende aanpassing?
-> Sterk ontwikkeld wortelstelsel
-> Sterk ontwikkeld wortelstelsel
A
landplanten in een droog milieu
B
landplanten in een vochtig milieu
C
waterplanten
Slide 22 - Quiz
Bij welke plantensoort hoort de volgende aanpassing?
-> Stengels zijn slap en bevatten soms luchtkanalen.
-> Stengels zijn slap en bevatten soms luchtkanalen.
A
landplanten in een droog milieu
B
landplanten in een vochtig milieu
C
waterplanten
Slide 23 - Quiz
Bij welke plantensoort hoort de volgende aanpassing?
-> Zwak ontwikkeld wortelstelsel
-> Zwak ontwikkeld wortelstelsel
A
landplanten in een droog milieu
B
landplanten in een vochtig milieu
C
waterplanten
