2.4 schrijven en formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Schrijven en Formuleren

Voorkennis

Maak opdracht 1 van blz 110 in je boek

doel 

in deze paragraaf leer je: 

- onderhoudende teksten schrijven;

- variëren in woordgebruik;

- verwijswoorden gebruiken (waarmee, met wie) 

Nieuwe verwijswoorden 

Waarmee, waaronder, waardoor

Daan heeft een nieuwe laptop, waarmee hij meer kan

Hij heeft allerlei programma's erop staan, waaronder een fotobewerkingsprogramma

Met wie, aan wie, door wie

De leerlingen met wie we samenwerken zijn slim

de ouders aan wie de mail is gestuurd, reageren altijd snel

online aan het werk

Maak eerst opdracht 8 en 9

maak daarna opdracht 2, 3 en 4

Werk dat niet af is, 

huiswerk dat niet gemaakt wordt

op vrijdagmiddag gezellig bij mij 

op school alsnog gemaakt

Klaar? woordtrainer 1.5 en 2.5

Versterk jezelf werkwoordspelling

versterk jezelf zinsontleding PV

een nieuwsbericht is een voorbeeld van een informatieve tekst

1. waar
2. niet waar

een informatieve tekst bevat vooral

1. meningen
2. feiten

een informatieve tekst bestaat uit een inleiding, kern en slot

1. waar
2. niet waar

Wat zijn verwijswoorden?

meerdere antwoorden mogelijk

1. de
2. deze
3. zij
4. dat

Is de stelling waar?

Een tekst is saai als je verwijswoorden gebruikt.

1. waar
2. niet waar