23/24 week 6 - les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

• les devoirs - overhoren
• Nakijken - bezittelijk vnw
• avoir en être - oefenen

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik geoefend met de woordjes en het bezittelijk vnw
  
• heb ik de werkwoorden avoir en être herhaald.

jeudi 23 nov. 2023

apprendre (leren) : Unité 2

Appr. 5, 8

Faire (maken): excercice 16 c en 16 d, blz 59 en 60

Jouw?

Zijn / haar?

Gebruik het bez. vnw.

la photo

le gâteau

le fleur

le mari

les vacances

l'olive

Vertaal: de foto is op de tafel

de foto - 

op -

de tafel -

Van welk werkwoord komt 'is'? Welke 'vorm' gebruik je hier? 1e, 2e, 3e persoon enkelvoud?

Je mag spieken bij apprendre 8 - blz 70

Vertaal: de foto is op de tafel

de foto - la photo

op - sur

de tafel - la table

3e persoon enkelvoud - zij is = elle est - la photo est

Je mag spieken bij apprendre 8 - blz 70

Je mag inloggen bij LessonUp

Ik heb de taart klaargemaakt.
Vertaal: ik heb klaargemaakt de taart.

Mijn echtgenoot is grappig.

Maak zelf een zin met de woordenlijst.
Elke zin heeft minimaal 3 woorden.
Onderwerp - werkwoord - rest van de zin.

Vul het bezittelijk vnw in:
Tu connais (mijn) ____ tante?

Vul het bezittelijk vnw in:
C'est l'école de David. C'est (zijn) ____ école.

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden

les livres 

ma 

mon

mes

ton

ta

tes

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden

un frère

sa

son

ses

mon

ta

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorden naar het midden

une piscine

ma 

mon

mes

ton

ta

tes

(zijn) copine

1. son
2. sa
3. ses

(haar) parents

1. son
2. sa
3. ses

jeudi 23 nov. 2023

apprendre (leren) : Unité 2

Appr. 5, 8

Faire (maken): excercice 16 c en 16 d, blz 59 en 60

Nakijken 16c en 16 d

blz 59 en 60

Grammatica toetsweek

- avoir

- bezittelijk vnw

- regelmatige werkwoorden op -er (uitleg volgende week)

Kunnen toepassen in zinnen: ook werkwoord être en lidwoorden.

Zelfstandig werken

Classroom - être en avoir

De getallen

Inleveren werkblad être en avoir - wie wil extra uitleg?

SO - maandag 27 november

Leer alle apprendres unité 2

Leer de getallen van Frans - Nederlands.

apprendre le vocabulaire

Iemand krijgt de bal

Ik noem een Frans woord

Woord goed - gooi het balletje naar een klasgenoot

Woord fout - gooi balletje terug van wie je de bal hebt gekregen en ga zitten

Als die het ook niet goed heeft, gooit hij de bal door en gaat zitten

Het woord verandert niet totdat iemand het goed heeft

Bal verder gooien

Diegene die als laatste staat, heeft gewonnen!