H2 - Grammatica H4 telwoorden

Welkom!
We | lezen  | altijd | de eerste 10 minuten | in stilte | in de les. 
OW    WG          BWB           BWB                               BWB           BWB
timer
8:00
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
We | lezen  | altijd | de eerste 10 minuten | in stilte | in de les. 
OW    WG          BWB           BWB                               BWB           BWB
timer
8:00

Slide 1 - Diapositive

- stillezen
- kort terugkijken op reflectie 
- instructie telwoorden
- aan de slag met telwoorden


Doel: 
- Je verdeelt een zin in zinsdelen.
- Je kunt de zinsdelen benoemen. 
- Je kunt werkwoorden benoemen als hulp-, koppel- of zelfstandig werkwoord. 


Vandaag in de les:

Slide 2 - Diapositive

Vrijdag 10 februari

Wat moet je kunnen op de repetitie?
1. je kunt zinnen opdelen in zinsdelen
2. je kunt zinsdelen benoemen: ow, pv, lv, mv, bwb, wg en ng
3. je kunt werkwoorden onderscheiden en benoemen: hww, zww en kww
4. je kunt telwoorden benoemen (gaan we nog doen)

Waar vind je de leerstof:
1. De Brug: zinsdelen (achterin je boek)
2. H2: grammatica woordsoorten + zinsdelen
3. H3: grammatica woordsoorten + zinsdelen
4. H4: woordsoorten (telwoorden)





Repetitie Nederlands 

Slide 3 - Diapositive

Jullie vinden dit nog lastig:
meewerkend voorwerp (herhaling vorig jaar)
bijwoordelijke bepaling (herhaling vorig jaar) 
naamwoordelijk gezegde (nieuw dit jaar) 

Ook blijkt kww, zww en hww lastig. 


Hier gaan we volgende les mee verder 
ter voorbereiding op repetitie. 
Uitkomsten reflectie 

Slide 4 - Diapositive

Jantine heeft twee zussen en één broer. 

Vanochtend heb ik voor de tweede keer een briefje moeten halen. 

Het is de zoveelste keer dat hij van zijn fiets is gevallen. 

Sommigen hadden er geen enkele moeite mee. 
h4 woordsoorten; blz. 120: telwoorden

Slide 5 - Diapositive

Jantine heeft twee zussen en één broer: 
bepaald hoofdtelwoord

Vanochtend heb ik voor de tweede keer een briefje moeten halen:
 bepaald rangtelwoord

Het is de zoveelste keer dat hij van zijn fiets is gevallen. 
onbepaald rangtelwoord

Sommigen hadden er geen enkele moeite mee. 
onbepaald hoofdtelwoord
h4 woordsoorten; blz. 120: telwoorden

Slide 6 - Diapositive

Check of het rangtelwoord of hoofdtelwoord is

Weet je niet wat het is? 
Kan je het woord door een ander rangtelwoord vervangen, zoals tweede? Dan is het een rangtelwoord. 

Kan je het woord door een ander hoofdtelwoord vervangen, zoals 2? Dan is het een hoofdtelwoord. 
De makkelijkste check

Slide 7 - Diapositive

Maak opdracht 1  .... daarna gaan we die bespreken. 

Ben je al klaar? Dan ga je verder met: opdracht 2, 3 en 4. 
Aan de slag h4 woordsoorten; blz. 120

Slide 8 - Diapositive

Je krijgt zo je beoordelingsformulier terug
Er liggen geen pennen, potloden of etuis meer op tafel. 
Aan het einde van de les wil ik het formulier terug. 

Belangrijkste onderdeel: het interview
Schrijfstijl en opbouw
Ook onderdeel: e-mail, feedback en of je je spullen op orde had. 

Vragen? Die stuur je me via mail toe. 
Interviewopdracht 

Slide 9 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in een zin.
Naamwoordelijk gezegde = alle werkwoorden + eigenschap onderwerp.

- De directeur gooit de bal  = werkwoordelijk gez. 
- De directeur is boos   = naamwoordelijk gez. (want het zegt iets over de toestand van de directeur) 
Naamwoordelijk gezegde

Slide 10 - Diapositive

Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel 

Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel

Werkwoordelijk of naamwoordelijk

Slide 11 - Diapositive

Elk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel 
Een naamwoordelijk gezegde heeft ook een naamwoordelijk deel

Het werkwoordelijk gezegde =
Alle werkwoorden in een zin (alleen werkwoordelijk deel)
- De bal rolde over het veld

Het naamwoordelijk gezegde =
Werkwoorden + wat erover het OW is of wordt 
(naamwoordelijk deel)
- De bal is  [rond] 
Werkwoordelijk of naamwoordelijk
naamwoordelijk deel
werkwoordelijk deel

Slide 12 - Diapositive