Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H2 - Grammatica H4 telwoorden les + NG
Welkom!
De
eerste
10
minuten van de les lezen we altijd, maar vandaag niet.
eerste = bepaald rangtelwoord
10 = bepaald hoofdtelwoord
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
De
eerste
10
minuten van de les lezen we altijd, maar vandaag niet.
eerste = bepaald rangtelwoord
10 = bepaald hoofdtelwoord
Slide 1 - Diapositive
- aan de slag met telwoorden
Doel:
- Je verdeelt een zin in zinsdelen.
- Je kunt de zinsdelen benoemen.
- Je kunt werkwoorden benoemen als hulp-, koppel- of zelfstandig werkwoord (woordsoort).
- Je kunt telwoorden in de zin benoemen (woordsoort)
Vandaag in de les:
Slide 2 - Diapositive
Vrijdag 10 februari
Wat moet je kunnen op de repetitie?
1. je kunt zinnen opdelen in zinsdelen
2. je kunt zinsdelen benoemen: ow, pv, lv, mv, bwb, wg en ng
3. je kunt werkwoorden onderscheiden en benoemen: hww, zww en kww
4. je kunt telwoorden benoemen
Repetitie Nederlands
Slide 3 - Diapositive
Zijn een woordsoort. Net zoals hww/zww/kww. Je benoemt dus woorden in de zin.
NG/WG zijn zinsdelen. Je benoemt een groepje woorden in de zin.
Telwoorden zijn een woordsoort
Slide 4 - Diapositive
Maak opdracht: 2 3 en 4 verder.
Ben je klaar? Dan ga je oefenen op www.cambiumned.nl
Je werkt
in stilte.
Aan de slag h4 woordsoorten; blz. 120
timer
8:00
Slide 5 - Diapositive
ACTIE? = WG
Schrijf alle werkwoorden uit de zin op. Dat is het werkwoordelijk gezegde. (Let op scheidbare ww zoals rekenen op)
Het WG kan bestaan uit 2 soorten werkwoorden:
1. hww = hulpwerkwoord = geeft de tijd aan
2. zww = zelfstandig werkwoord = is de actie
NG of WG?
Stap 1:
gebeurt er iets in de zin? Of gaat het om een toestand/eigenschap van het onderwerp?
TOESTAND/EIGENSCHAP? NG
Schrijf alle werkwoorden uit de zin op + het naamwoordelijk deel tussen [].
nw. deel geeft antwoord op de vraag:
wat + ow + werkwoorden?
Het NG kan bestaan uit 2 soorten werkwoorden:
1. hww = hulpwerkwoord = geeft de tijd aan
2. zww = zelfstandig werkwoord = is de actie
Slide 6 - Diapositive
Wat is het NG?
Tanja is kampioen van het JFC geworden afgelopen vrijdag.
Slide 7 - Question ouverte
Deze bloemen zijn niet geschikt voor begrafenissen.
NG
WG
Slide 8 - Sondage
Deze bloemen zijn geschikt door Andrea voor de begrafenis.
NG
WG
Slide 9 - Sondage
Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is iemand die
meewerkt
met het onderwerp. Je kan er vaak een voorzetsel voor zetten (aan/voor).
Leon geeft een cadeau
aan Emma.
Let op! Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.
Slide 10 - Diapositive
Hoe vind je het MV?
Vraag:
Aan wie of voor wie + wwg + O+ LV
(aan wie/voor wie+ alles)
Slide 11 - Diapositive
Wat is het mv?
De slager gaf zijn mening over de vleesvrije producten in de supermarkt aan Janneke.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het mv?
Die verpakking gooide Jan naar Harry toen hij boos was.
Slide 13 - Question ouverte
BWB: bijwoordelijke bepaling
1. Waar?
2. Wanneer?
3. Op welke manier?
Gisteren
vierde Janneke haar verjaardag
bij haar thuis.
Janneke kreeg
onmiddellijk
cadeaus en die nam ze
blij
in ontvangst.
Slide 14 - Diapositive
Wat is de bwb?
De verpakking gooide Jan naar Harry toen hij boos was.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is de bwb?
In de supermarkt gaf de slager gaf zijn mening over de vleesvrije producten aan Janneke.
Slide 16 - Question ouverte
Leren voor repetitie
Je gaat nu in stilte leren voor morgen. En bedenk: je leert het meeste van de stof toepassen!
Heb je nu nog vragen aan mij over de stof? Loop dan even naar mijn bureau.
Slide 17 - Diapositive
zie je hieronder een activiteit (werkwoordelijk gezegde) of een eigenschap / toestand (naamwoordelijk gezegde)?
Mijn sokken zijn rood-met-wit.
Je bent gek!
De goudvis zwemt naar boven.
Mario duimt voor zijn dochter.
Het meisje houdt van zand.
Deze tas draag ik op mijn rug.
Gisteren was Stewie weer boos.
Slide 18 - Question de remorquage
Jantine heeft
twee
zussen en
één
broer:
bepaald hoofdtelwoord
Vanochtend heb ik voor de
tweede
keer een briefje moeten halen:
bepaald rangtelwoord
Het is de
zoveelste
keer dat hij van zijn fiets is gevallen.
onbepaald rangtelwoord
Sommigen
hadden er geen enkele moeite mee.
onbepaald hoofdtelwoord
h4 woordsoorten; blz. 120: telwoorden
Slide 19 - Diapositive
Je krijgt zo je beoordelingsformulier terug
Er liggen geen pennen, potloden of etuis meer op tafel.
Aan het einde van de les wil ik het formulier terug.
Belangrijkste onderdeel: het interview
Schrijfstijl en opbouw
Ook onderdeel: e-mail, feedback en of je je spullen op orde had.
Vragen? Die stuur je me via mail toe.
Interviewopdracht
Slide 20 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in een zin.
Naamwoordelijk gezegde = alle werkwoorden + eigenschap onderwerp.
- De directeur
gooit
de bal = werkwoordelijk gez.
- De directeur
is boos
= naamwoordelijk gez. (want het zegt iets over de toestand van de directeur)
Naamwoordelijk gezegde
Slide 21 - Diapositive
Elk gezegde
bestaat uit een
werkwoordelijk deel
Een
naamwoordelijk gezegde
heeft
ook
een
naamwoordelijk deel
Werkwoordelijk of naamwoordelijk
Slide 22 - Diapositive
Elk gezegde
bestaat uit een
werkwoordelijk deel
Een
naamwoordelijk gezegde
heeft
ook
een
naamwoordelijk deel
Het
werkwoordelijk gezegde =
Alle werkwoorden in een zin (alleen werkwoordelijk deel)
- De bal
rolde
over het veld
Het
naamwoordelijk gezegde =
Werkwoorden + wat erover het OW is of wordt
(naamwoordelijk deel)
- De bal
is
[
rond
]
Werkwoordelijk of naamwoordelijk
naamwoordelijk deel
werkwoordelijk deel
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H2 - Grammatica laatste les NG
Février 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 - Grammatica herhalen MV, BWB, WW en NG
Février 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 - Grammatica H4 telwoorden
Janvier 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen benoemen - 5 (ng)
Mars 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Gram zinsdelen + woordsoorten t/m telwoorden
Mars 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling Zinsdelen V2 (carrousel)
Avril 2024
- Leçon avec
51 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1,2
H2 - Grammatica H2+H3 grammatica zinsdelen herhalen
Janvier 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3.7 en 3.8 Grammatica - herhaling
Septembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2